Quiz Nederlands 2 vmbo-basis/kader

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Quiz Nederlands 2 vmbo-basis/kader

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Mijn moeder

heeft

mijn brood

gesmeerd

Maak goede samenstellingen.

brugklas

garage

badkamer

taak

straf

spiegel

auto

feest

Voorvoegsel

Achtervoegsel

oneerlijk

smaakloos

herkauwen

stijlvol

Welk begrip hoort bij welke uitleg?

Een sprong terug in de tijd

De juiste tijdsvolgorde, dus zonder tijdsprongen

Het 'nu' van het verhaal

Een sprong vooruit in de tijd

Flashforward

Flashback

Chronologische volgorde

Vertelheden

Welke tekst hoort bij welk tekstdoel?

overtuigen

informeren

instrueren

fictie

non - fictie

Wat is de persoonsvorm in de zin?

persoonsvorm

Rosa

eet

een boterham

in de pauze

WOORDRAADSTRATEGIE - TEGENSTELLING

is een ander woord met dezelfde betekenis

leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit

legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit

kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

WOORDRAADSTRATEGIE - SYNONIEM

is een ander woord met dezelfde betekenis

leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit

legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit

kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

4. Wat betekenen de volgende woorden?

Centraal staan

Origineel

Zelfverzekerd

De variant

In het midden staan

Apart, verrassend

Zeker van jezelf

Andere vorm of manier, variatie

Verdeel de zin in zinsdelen. 

Plaats de streepjes op de juiste plekken. 

De   man   van   mijn   buurman   heeft   vorige   week   een   nieuwe   hond   gekocht. 

|

|

|

|

"Hé! Daar loopt een fontila!"

De letters van die dieren gingen door de mixer.

gafri

lolgria

raden

onlijfd

uli

pnuinig

stivkin

kridkool

fontila

weberas

keirek

braze

Sleep het dier naar de goede letters.

Klinkers

medeklinkers

Verdeel de zin in zinsdelen. 

Plaats de streepjes op de juiste plekken. 

Vorige   week   stonden   de   fietsen   op   het   schoolplein   te   roesten.

|

|

|

|

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Janneke

heeft

haar werk

goed

gedaan

sleep de woorden in de juiste volgorde

 

1

2

3

weinig

minder

minst

Sleep de tekstblokken naar het goede onderdeel.

titel

onderwerp

hoofdgedachte

daling sportende jongeren

Generatie bankzitters op komst

Het is een probleem dat steeds minder jongeren sporten.

Tussenkopje

Bron

Titel

Alinea

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp? 

Sleep naar de goede plek.

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

Kun

je

wijnvlekken

met zout

verwijderen?

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp? 

Sleep naar de goede plek.

persoonsvorm (pv)

onderwerp (ow)

Alleen 

eten

we

friet.

op zaterdag

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?

zelfstandig naamwoord

lidwoord

werkwoord

Aan

het

water

zat

een

slaperige

visser.

Iets wat waar is of onwaar en wat je kunt controleren.

Iets wat iemand vindt en waarmee je het eens of oneens kunt zijn.

De reden waarom iemand iets vindt.

Een argument is...

Een feit is...

Een mening is...

Feit

Mening

IJs is lekker

Gras is groen

Fries is een dialect

1 jaar heeft 12 maanden

Bloemen zijn mooi

formeel

informeel

Geachte heer

Wat ik nog effe wil zeggen is….

Laat je even wat van je horen?

Met mij is alles prima.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Wat is de persoonsvorm in de zin?

persoonsvorm

Piet

drinkt

een blikje cola

in de pauze

stoel

raam

bank

lamp

tafel

bloem

schilderij

meervoud -en

meervoud -s

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel

amuseren

informeren

instructie geven

overhalen

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Overhalen

Instrueren

Amuseren

bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord

het

kleine

rode

autootje

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?

De persoonsvorm

het onderwerp

Gisteren

dronken

Stan en ik

 cola

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?

De persoonsvorm

het onderwerp

Julia en Kim

gaven

aan hun moeder

een cadeautje

Ik loop vaak in de stad

Sleep het vinkje naar het voorzetsel

We kijken samen naar voetbal op de televisie

Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Sleep de plaatjes naar de juiste doelgroep/publiek

volwassenen

amateur kok

jongeren

De opbouw van de tekst 

titel

inleiding

alinea

bron

plaatje

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel

amuseren

informeren

overtuigen

activeren

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

werkwoordelijk gezegde

Alvaro

zit

met

zijn haar

te

spelen

Fictie

Fictie

Fictie

Non-fictie

Non-fictie

Non-fictie

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 

Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.

Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.

deze

die

dit

dat

Verkleinwoord met PJE

Verkleinwoord met TJE

boom

telefoon

broer

riem

film

raam

tafel

haar