Werkwoordspelling

Welkom
Neem plaats
Pak alvast een pen


timer
3:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
Neem plaats
Pak alvast een pen


timer
3:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblikken op de vorige les. Hoe spel jij?
  • Verschillende spellingsstrategieën
  • Oefenen met werkwoordspelling en spellingsstrategieën
  • Reflecteren

Slide 2 - Slide

-
Welke 4 spellingsstrategieën zijn er? 

Slide 3 - Slide

Wat is een algoritme?

Slide 4 - Open question

Lesdoelen
  • Je weet wat de algoritmische spellingsmethode inhoudt
  •  Je hebt met de algoritmische spellingsmethode gewerkt
  • Je hebt het werk van een ander nagekeken aan de hand van de algoritmische spellingsmethode

Slide 5 - Slide

De verschillende spellingsstrategieën
1. Spellen op gevoel

  • Je spelt een woord op een manier dat 'het er goed uitziet' en voert niet bewust de regels uit. 
  • Je kunt vaak niet uitleggen waarom je het woord zo spelt.

Slide 6 - Slide

De verschillende spellingsstrategieën
2. Spellen op woordfrequentie

  • Je gebruikt een spellingsvorm die je vaak tegenkomt.
  • Dit is dus niet altijd goed.

Slide 7 - Slide

De verschillende spellingsstrategieën
3. Grammaticale analyse

  • Je voert eerst de drie basisregels uit.
  • Welke drie basisregels zijn dit ook alweer?
  • Je probeert zorgvuldig tot de juiste spelling te komen.

Slide 8 - Slide

De verschillende spellingsstrategieën
4. De algoritmische methode

  • Je beantwoordt vragen in een stappenplan.


Met deze spellingsstrategie gaan we de deze les aan het werk.

Slide 9 - Slide

Opdracht
  • Bekijk en bespreek jouw zinnen met die van je buurman of buurvrouw.
  • Verbeter eventuele fouten.
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Wat is het verschil in betekenis tussen deze zinnen?
  • Rutte verandert.
  • Rutte veranderd.

  • Koningin Maxima verwent.
  • Koningin Maxima verwend.


timer
2:00

Slide 11 - Slide

Opdracht
  • Er staan straks 8 werkwoorden op het bord.
  • Noteer de vervoeging van de 8 werkwoorden onder elkaar op de placemat. In de driehoek staan de vorm en tijd die je moet gebruiken.
  • Als ik roep: 'doordraaien', draai je de placemat een kwartslag en controleer je elkaars antwoorden. Je mag het antwoord verbeteren.
  • Het groepje met de meeste juiste antwoorden wint!

Slide 12 - Slide

Vul in
  1. Proberen
  2. Denken
  3. Bedoelen
  4. Lachen
  5. Bedriegen
  6. Barsten
  7. Gieten
  8. Bakken

Slide 13 - Slide

Wat weet je nog van de vorig lessen?

Slide 14 - Open question

Reflecteren
Wat heb je in deze lessenserie geleerd?

  • Vul de vragenlijst in. Deze staat in je weektaak bij de les van vandaag.

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
  • Je hebt nogmaals geoefend met de spellingsstrategieën
  • Je weet hoe jij te werk gaat als je een werkwoord spelt
  • Je kunt uitleggen waarom je een werkwoord op een bepaalde manier schrijft

Slide 16 - Slide

Opdracht
  • Ga aan de slag met het bordspel!
timer
15:00

Slide 17 - Slide