DO lesdeel 1

WELKOM 2HA

  • Neem plaats.
  • Pak alvast een pen.
timer
3:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Nederlands

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

WELKOM 2HA

  • Neem plaats.
  • Pak alvast een pen.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

1. De drie basisregels van werkwoordspelling.
2. Nadenken over het nut van correcte (werkwoordspelling).
3. Oefenen met werkwoordspelling.
4. Reflecteren.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

 ‘Waarom is het wel of niet belangrijk om werkwoorden juist te kunnen spellen? Noem drie redenen voor jullie antwoord.’

Klaar? Plak jullie post-it op de poster (kies wel de juiste kolom).

Noteer op de post it:
timer
5:00

Slide 3 - Slide

  • Je weet wat het nut is van kennis over werkwoordspelling.
  • Je kent de basisregels van de Nederlandse werkwoordspelling.
  • Je weet hoe jij te werk gaat als je een werkwoords spelt.
Lesdoelen

Slide 4 - Slide

De drie basisregels van  werkwoordspelling
1) Kijk naar de tijd waarin de zin staat. Dit kun je zien als woorden als vroeger, morgen, vorig jaar etc. 
Bepaal of je met de tegenwoordige tijd (t.t.) of verleden tijd (v.t.) te maken hebt.

Slide 5 - Slide

De drie basisregels van werkwoordspelling
2) De volgende stap is het vinden van
de persoonsvorm en dat doe je door de tijd van de zin aan te passen. Het werkwoord dat dan verandert, is de persoonsvorm.

Slide 6 - Slide

De drie basisregels van werkwoordspelling
3) Na het bepalen van de tijd en de persoonvorm zoek je het onderwerp. Het onderwerp vind je door antwoord te geven op de vraag 'Wie of wat + persoonsvorm?' Zo weet je of je de ik-vorm, hij-vorm of wij-vorm moet gebruiken.

Slide 7 - Slide

Oefenen
Maak de werkwoordpuzzel. De eerste vijf opdrachten hebben we al samen gedaan.
Neem voordat je begint nog eens rustig de drie basisregels door.
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Bespreken
Vergelijk jouw spelling met je buurman of buurvrouw. Formuleer voor jezelf een antwoord op de vraag:
'Hoe ging je te werk om tot een juiste spellingvorm te komen?'
timer
5:00

Slide 9 - Slide

'Hoe ging jij te werk om tot een juiste spellingvorm te komen?'

Slide 10 - Open question

Reflecteren
Blik terug op wat we deze les hebben gedaan en vul de enquête in.
De link naar de vragenlijst vind je op Magister bij het huiswerk voor deze les.
timer
5:00

Slide 11 - Slide

  • Je weet wat het nut is van kennis over werkwoordspelling.
  • Je kent de basisregels van de Nederlandse werkwoordspelling.
  • Je weet hoe jij te werk gaat als je een werkwoords spelt.
Lesdoelen

Slide 12 - Slide