Les 8 formuleren §5 bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* theorie C6 §5 
* oefeningen
* bespreken toets
* huiswerk


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* welke zinsdelen bij elkaar gezet dienen te worden.

timer
10:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* theorie C6 §5 
* oefeningen
* bespreken toets
* huiswerk


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* welke zinsdelen bij elkaar gezet dienen te worden.

timer
10:00

Slide 1 - Slide

§5 formuleren
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Theorie
Een tekst leest makkelijker en is duidelijker, als woorden en zinsdelen die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.
  • Plaats een zinsgedeelte bij de betreffende zin.
  • Zet geen lange bijvoeglijke bepaling vóór een zelfstandig naamwoord.
  • Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever 'want' en 'maar' dan 'omdat' en 'hoewel', want na 'want' en 'maar' staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.
  • Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  • Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  • Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.















Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
De auto reed tegen een boom waarin drie dames zaten.
Waarin zaten de drie dames?

Alle leerlingen houden niet van cola en chips.
Is dat zo?

Slide 6 - Slide

timer
1:00

Slide 7 - Slide

Oefenen §5 formuleren
Maak opdracht 1 en 2.

Je mag zachtjes overleggen met je buur.

Klaar? Start of ga verder met opdracht 3 van het schrijfdossier.
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Bespreken toets

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Vr 14-06:
Opdracht 3 van het schrijfdossier is af!

Slide 10 - Slide