Lev Vigotsky
'De zone van naaste ontwikkeling'
1. Niveau van een kind niet bepalen aan de hand van de kalenderleeftijd of door een proeve van bekwaamheid.
2. Een kind leert in aansluiting op wat hij al weet, maar het moet wel nieuw en uitdagend zijn.
3. Wat een kind al kan is het huidige ontwikkelingsniveau.
4. Wat een kind kan met hulp van een ander is het potentiële ontwikkelingsniveau.
5. Spel is de ‘leidende activiteit’ in het leren van kinderen.
6. De leraar is zelf ook nog lerende maar loopt voor op de leerling omdat hij meer competent is.
7. De leraar kan de ontdekkingstocht van de leerling vergroten door te sturen in de richting van wat de andere lerende nu nog niet, maar straks wel in huis zullen blijken te hebben.