3 basis woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Geef me direct mijn glas aan!

Het onderwerp is:

1. me
2. mijn glas
3. is er niet
4. direct

Geef| me| direct| mijn glas| aan!

PV: geef

ww.gez: geef aan

ow: ----------- (gebiedende wijs!)

lv: mijn glas 

bwb: direct.

Ontleed:
Morgen gaan we scoren voor een moeilijk SO.

Morgen| gaan| we| scoren| voor een moeilijk SO.

PV: gaan

ww.gez: gaan scoren

OW: we

lv: -----

mv: -----

bwb: morgen, voor een moeilijk SO

Ik vind dat meisje mooi!

Het woordje mooi is:

1. een werkwoord
2. een lidwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een bijvoeglijk naamwoord

Ik vind dat meisje mooi!

Mooi zegt iets van het meisje, je kunt ook zeggen:

dat mooie meisje.

Dit is een bijvoeglijk naamwoord (versierwoord)

Jan wil zijn vader graag zien.

Het woordje Jan is:

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. lidwoord

Jan wil zijn vader graag zien.

Jan is een naam.

namen (hoofdletters) zijn altijd znw!

Een zelfstandig naamwoord is vaak:

-een mens, dier, plant, ding, plaats of naam.

woorden waar je -de, -het, -een voor zet.

Wil jij het kastje laten staan.

het woordje laten is:

1. een lidwoord
2. een werkwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een bijvoeglijk naamwoord

Welke lidwoorden zijn er?

Ben je er klaar voor na vandaag?
Heb je het gevoel veel geleerd te hebben?