8.2 Uitgelegd

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Huiswerk bespreken

Bespreken creatief schrijfopdracht.

8.2 Uitgelegd

Planning

• Opdracht 9, 11 en 17
• Practica vragen 
• Rekenwerk -> mol
• Zuren en basen
• Titraties
• Maak opdrachten van het stencil

Opdracht 9

a. LD₅₀ = 10 mg/kg                                          b. 25 kg ->2,0 g thalliumsulfaat 

     Rat = 300 g

c. Zoek de H- en P- zinnen op om dit te beoordelen. 

Opdracht 11 a                                         b

0,50 g kwik = 500 mg kwik

volume kamer = 

concentratie kwikdamp = 

MAC-waarde

MAC waarde van kwik: 0,02 mg m-3. 

Opdracht 17 -> practicum 6

Mengel X 

Bekende stof

Match? 

Maakt loopvloeistof uit? 

Practicum 3 

Wat zit er in kalkwater? 

Binas 66 -> oplossing van calciumhydroxide. 

Practicum 4 

hard water (calcium)	veel wit neerslag
gedestilleerd water	helder
kraanwater (kalk -> calcium en magnesium)	zwak wit neerslag

Neerslag? Denk altijd aan zouten.!

Zuren en basen. 

Zuren

• Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+ ionen kan afstaan.
• Ook wel een H+ donor genoemd.
• Hoe meer H+ in oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
• Bij een alkaanzuur, wordt alleen  de H+ van de zuurgroep afgestaan.

Sterke en zwakke zuren

• Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
• Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
• Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H⁺ ion kan worden afgesplitst.
• Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).

4 standaard zuur-base reactie

Opdracht titratie 

25 ml van een zwavelzuuroplossing met onbekende molariteit wordt gepippetteerd in een erlenmeyer, waarna er een paar druppels indicator worden toegevoegd.

Vervolgens wordt met een buret 0,1013 M natronloog toegedruppeld.

Als er 22,7 ml natronloog is toegevoegd, slaat de kleur om.

A) Wat is de reactie die tijdens de titratie plaatsvindt?

B) Welke indicator wordt gebruikt?

C) Wat is de molariteit van de zwavelzuuroplossing?

25 ml van een zwavelzuuroplossing met onbekende molariteit wordt gepippetteerd in een erlenmeyer, waarna er een paar druppels indicator worden toegevoegd.

Vervolgens wordt met een buret 0,1013 M natronloog toegedruppeld.

Als er 22,7 ml natronloog is toegevoegd, slaat de kleur om.