This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
LEZEN §6
HOOFDZAKEN en BIJZAKEN
SAMENVATTEN
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
weet je wat hoofd-, bijzaken zijn.
kun je kernzinnen herkennen.
Slide 2 - Slide
Hoofdzaken Bijzaken
Slide 3 - Mind map
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Hoofdzaken lees je in de
A
inleiding en de kernzin
B
kernzin
C
inleiding, slot en kernzin
Slide 6 - Quiz
Waar vind je hoofdzaken in de tekst
A
de titel
B
de inleiding
C
inleiding, het slot en in de kernzinnen
D
de slotconclusie
Slide 7 - Quiz
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 8 - Quiz
De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting
Slide 9 - Quiz
Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
SAMENVATTEN
- een samenvatting is een zelfgemaakte, korte weergave van de belangrijkste dingen (de hoofdzaken) uit een tekst
Maak een schema om hoofdzaken overzichtelijk te ordenen.
-
Slide 11 - Slide
paragraaf 6 Schema's maken
Slide 12 - Slide
Kijken en Luisteren
Luister actief.
Maak aantekeningen
Schrijf het onderwerp op
Luister naar signaalwoorden
Signaalwoorden geven de hoofdzaak aan
Denk aan de 5 w+h-vragen; wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Slide 13 - Slide
Par. 5 Aantekeningen maken
1. Geef antwoord op de volgende vragen:
Wat is het onderwerp?
Wat is het doel?
Waarom is het belangrijk?
Hoe ziet een dag eruit?
2.Bedenk zelf nog een W-H vraag.
Slide 14 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 15 - Link
Aantekeningen
Welke aantekeningen ontbreken nog uit het fragment?
Slide 16 - Slide
Huiswerk
BK: Thema A: Kijken, par. 5 Aantekeningen
Maak online opdracht 1 en 3.
Thema B:Lezen, Inleiding en slot
KT: Thema A: Kijken: par.5 Aantekeningen
Maak online opdracht 1 en 3
Thema B: Lezen, Inleiding en slot.
Slide 17 - Slide
SAMENVATTEN
- je gebruikt je eigen woorden in een samenvatting om jezelf te dwingen de leerstof te lezen, te verwerken en te begrijpen. Je legt zo verbanden met kennis die je al hebt.
- het is minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
Slide 18 - Slide
P7Feit of mening
Feit of mening
Slide 19 - Slide
Feit of mening?
Een feit is iets wat waar is of wat niet waar is. Of het feit waar of onwaar is, kun je controleren.
Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.
Slide 20 - Slide
Argument?
Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt:
want, omdat, namelijk en immers.
Slide 21 - Slide
Feit of mening?
Nederlands is leuker dan Engels.
A
feit
B
mening
Slide 22 - Quiz
Feit of mening?: Nijverdal is een leuk dorp om in te wonen.