H4.7 bijwoordelijke bepaling (ma les 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek
  
• je iPad (dicht)

De les start en je bent stil:

Naam | | 

Planning

• bespreken opdracht 7 van 4.7
• werkmoment
• afsluiten van de les

Wat is een bwb?

• een zinsdeel dat overblijft als je alle zinsdelen hebt gehad
• geeft antwoord op vragen als: wanneer, hoe + gezegde + o 

We  | zouden |  elkaar |  op school |  treffen.

o               wg            lv            bwb                wg

                                                   waar? bwb van plaats

opdracht 7.1

Verplaats |  jij | je | met de fiets?

• gezegde?
• wg: verplaats je (zich verplaatsen, o doet iets)
• o?
• o: jij (wie verplaatst zich?)
• lv kan niet => start met vz; mv kan niet => aan/voor
• bwb : met de fiets, vraag: Waarmee verplaats jij je? 

bwb van middel

opdracht 7.2

Delen| is | in, || bezit|  is | hartstikke | uit. => samengestelde zin.

• gezegde?
• ng: is in // is uit (kww en onderwerp is iets)
• o?
• delen // bezit
• bwb: hartstikke, vraag: Hoe uit is bezit? 

bwb van hoedanigheid

opdracht 7

• belangrijk is: 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 11.
• (vraag 2, 5 en 10 krijg je niet op de toets)
• belangrijk is dat je de soort bwb kunt benoemen 

7 Bijwoordelijke bepalingen

VWO moet de verschillende soorten bwb's kunnen herkennen. 

Werkmoment

• Maak opdracht 7 van 4.7. (als je die nog niet had gedaan)
• Maak opdracht 9 van 4.7 (af voor morgen)
• Je mag overleggen, maar bedenk dat je het ook zelf moet kunnen.
• Je mag muziek luisteren.
• Ik loop rond voor vragen.

Klassikaal meedoen met 9

Vraag 9.1

Reclame | beïnvloedt | ons | vaak | geheel onbewust.

• wg: beïnvloedt
• o: reclame
• lv: ons
• bwb: vaak => hoeveelheid
• bwb: geheel onbewust => hoedanigheid

Vraag 9.2

Laatst | las | ik | tijdens het douchen | de tekst op mijn shampoofles | eens | een keer | goed.

• wg: las
• o: ik
• lv: de tekst op mijn shampoofles
• bwb: laatst (tijd), tijdens het douchen (tijd), eens (-), een keer (hoeveelheid), goed (hoedanigheid)

Werkmoment

• Maak opdracht 7 van 4.7. (als je die nog niet had gedaan)
• Maak opdracht 9 van 4.7 (af voor morgen)
• Je mag overleggen, maar bedenk dat je het ook zelf moet kunnen.
• Je mag muziek luisteren.
• Ik loop rond voor vragen.

Klassikaal meedoen met 9

Afsluiting

• Voor morgen is af 4.7: opdracht 9.
• Vind je het lastig? Oefen ook met het werkblad op Teams.