Pruiken & revoluties > les 2

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Slide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Slide

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 3 - Slide

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 4 - Slide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 5 - Slide

Je leert vandaag:
  • Welke problemen boeren hebben 
  • Wat het gewone volk eet en drinkt
  • Hoe een school er in de 18e eeuw uitziet 

Slide 6 - Slide

Louise
Hoi, ik ben Louise! 
Mooie naam he?
Het is een Franse naam. 
Mijn ouders zijn dol op alles wat uit Frankrijk komt! 
Dit is ons buitenhuis! 

Slide 7 - Slide

Op het platteland
De meeste mensen in de Republiek leiden niet zo'n mooi leven als de rijken.
De boeren hebben het vooral erg zwaar.

Slide 8 - Slide

Overstromingen
In de 18e eeuw zijn verschillende overstromingen.
De oogsten mislukken daardoor.

In deze gebieden zijn vaak overstromingen

Slide 9 - Slide

Muizenplaag
Muizenplagen zijn een ander groot probleem.
De muizen eten het hooi en graan op van de boeren. 

Slide 10 - Slide

Zijn de mensen op dit schilderij arm of rijk.
Hoe zie je dat?

Slide 11 - Open question

Veepest
De boeren hebben ook veel last van de veepest.
Door deze besmettelijke ziekte verliezen ze duizenden koeien.
Door de veepest kunnen de boeren minder vlees, kaas en boter verkopen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bij de tweede veepest sterven de meeste koeien.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

De derde veepest duurt het langst.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij elke veepest sterven meer dan 200.000 koeien
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Keukenmeid
Dit is Betsie, onze keukenmeid. 
Zij woont bij ons op zolder.
Ze heeft één keer in de twee weken een vrije middag. Dan mag ze naar huis.
Betsie heeft van mijn moeder op haar kop gekregen.
Ze had aardappels voor ons gekookt. 
'Ben jij gek geworden!' riep mijn moeder. 'Weg met dat varkensvoer!'
Voor straf mag Betsie op haar vrije middag niet naar huis. 
Net goed! 

Slide 17 - Slide

Aardappelen?
In onze tijd zijn aardappels heel gewoon, gebakken, gekookt of als friet. 
In het begin van de 18e eeuw vertrouwen veel mensen de aardappels niet. 
Ze vinden al die bulten en vlekken lelijk. 
Ze zijn bang dat ze er ziek van worden. 

Slide 18 - Slide

Lekker
De boeren ontdekken als eerste dat de aardappelen gezond, lekker en goedkoop zijn.
Zij eten ze vaak wel drie keer per dag.
Met warme melk of boter.
Daarna gaan steeds meer mensen ze eten, ook de rijken! 

Slide 19 - Slide

Louise vindt het goed dat Betsie zo'n zware straf heeft gekregen. Wat vind jij?

Slide 20 - Open question

Alleen de rijke mensen eten in het begin van de 18e eeuw aardappels.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

In de 18e eeuw denken veel mensen dat je ziek wordt van aardappels.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Bier
In de 18e eeuw kun je maar beter geen water drinken.
Het is erg vervuild en daarom kun je er ziek van worden.
De meeste mensen drinken daarom bier.

Slide 23 - Slide

Koffie
Veel mensen drinken ook koffie. 
Het is goedkoop en in elke stad is wel een koffiehuis te vinden.
Arme en rijke mensen drinken koffie.
Een koffiehuis wordt ook wel een café genoemd omdat het Franse woord voor koffie, café is. 

Slide 24 - Slide

In de 18e eeuw drinken arme en rijke mensen koffie in een koffiehuis
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Het water is in de 18e eeuw lekker en gezond.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Het woord 'café' komt uit het Engels.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Naar school
Kinderen van gewone mensen gaan in hun stad of dorp naar school.
Kinderen van alle leeftijden zitten bij elkaar.
Ze leren schrijven, rekenen en lezen.
Soms zitten er wel vijftig of zestig kinderen bij elkaar. 
Ze hebben wel allemaal hun eigen opdrachten.
Het is vaak een herrie van jewelste omdat iedereen hardop leert. 

Slide 28 - Slide

Kinderen zitten aan tafel als ze moeten schrijven.
Je zit op een houten bankje als je iets moet lezen. 
Je schoolspullen bewaar je in een houten kistje. Dit kistje kun je aan de muur hangen. 
Je moet twee keer per dag bij de meester komen. Heb je je les goed geleerd? 
Ben je stout geweest of heb je een fout gemaakt? Dan krijg je een tik op je hand met de plak

Slide 29 - Slide

Vergelijk de school in de 18e eeuw met een school in onze tijd.
Wat is hetzelfde?

Slide 30 - Mind map

Vergelijk de school in de 18e eeuw met een school in onze tijd.
Wat is anders?

Slide 31 - Mind map

Evaluatie

Slide 32 - Slide

Wat drinken de mensen in de 18e eeuw?

Slide 33 - Mind map

Waarom eten rijke mensen geen aardappelen in de 18e eeuw?

Slide 34 - Mind map

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 35 - Slide