De balansmethode: Vergelijkingen oplossen

De balansmethode: Vergelijkingen oplossen
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De balansmethode: Vergelijkingen oplossen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun jij een vergelijking oplossen met behulp van de balansmethode.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les en vertel de leerlingen dat ze aan het einde van de les in staat zullen zijn om een vergelijking op te lossen met behulp van de balansmethode.
Wat weet jij al van de balansmethode?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn vergelijkingen?
Een vergelijking is een wiskundige uitdrukking waarin twee getallen of variabelen met elkaar worden vergeleken met behulp van een = teken.

Slide 4 - Slide

Geef een korte introductie over wat vergelijkingen zijn en hoe ze worden geschreven.
De balansmethode
De balansmethode is een manier om vergelijkingen op te lossen door beide zijden van de vergelijking in evenwicht te brengen.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat de balansmethode is en waarom het handig is om deze methode te gebruiken bij het oplossen van vergelijkingen.
Stap 1
Schrijf de vergelijking op in de vorm van a + x = b.

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen zien hoe ze een vergelijking op de juiste manier opschrijven om de balansmethode te gebruiken.
Stap 2
Trek a af van beide zijden van de vergelijking, zodat je x = b - a krijgt.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen zien hoe ze de vergelijking in evenwicht kunnen brengen door a van beide zijden af te trekken.
Voorbeeld 1
Los de vergelijking 3 + x = 7 op met behulp van de balansmethode.

Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld van hoe de balansmethode wordt gebruikt om een vergelijking op te lossen.
Stap 3
Controleer je antwoord door het terug te plaatsen in de oorspronkelijke vergelijking.

Slide 9 - Slide

Leg uit waarom het belangrijk is om je antwoord te controleren door het terug te plaatsen in de oorspronkelijke vergelijking.
Voorbeeld 2
Los de vergelijking 6 - x = 2 op met behulp van de balansmethode.

Slide 10 - Slide

Geef nog een voorbeeld van hoe de balansmethode wordt gebruikt om een vergelijking op te lossen.
Stap 4
Als er variabelen aan beide zijden van de vergelijking staan, breng dan alle variabelen naar één kant van de vergelijking.

Slide 11 - Slide

Leg uit hoe leerlingen variabelen aan beide zijden van de vergelijking kunnen verplaatsen om het oplossen van de vergelijking te vergemakkelijken.
Voorbeeld 3
Los de vergelijking 2x - 3 = 7 - x op met behulp van de balansmethode.

Slide 12 - Slide

Geef nog een voorbeeld van hoe de balansmethode wordt gebruikt om een vergelijking op te lossen met variabelen aan beide zijden van de vergelijking.
Stap 5
Los de vergelijking op door de balansmethode te gebruiken.

Slide 13 - Slide

Herinner de leerlingen eraan hoe de balansmethode wordt gebruikt om een vergelijking op te lossen en moedig hen aan om deze stap te volgen bij het oplossen van vergelijkingen.
Oefenopdracht
Los de vergelijking 4x - 5 = 11 - 3x op met behulp van de balansmethode.

Slide 14 - Slide

Geef de leerlingen een oefenopdracht om hun begrip van de balansmethode te testen.
Controleer je antwoord
Controleer je antwoord door het terug te plaatsen in de oorspronkelijke vergelijking.

Slide 15 - Slide

Herinner de leerlingen eraan om hun antwoord te controleren door het terug te plaatsen in de oorspronkelijke vergelijking.
Vergelijkingen oplossen
Je kunt nu vergelijkingen oplossen met behulp van de balansmethode!

Slide 16 - Slide

Rond de les af door de leerlingen te laten weten dat ze nu in staat zijn om vergelijkingen op te lossen met behulp van de balansmethode en moedig hen aan om deze kennis toe te passen bij het oplossen van vergelijkingen in de toekomst.
Bronnen
Voeg hier eventuele bronnen toe.

Slide 17 - Slide

Vermeld eventuele bronnen die je hebt gebruikt om deze les te maken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.