Lezen/Schrijven 6 - les 7

Welkom!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Karel ende Elegast
  • Begin maken met argumenteren
  • Tekst afmaken en inleveren

Slide 2 - Slide

Lezen

Karel ende Elegast

Wat hebben we tot nu toe gelezen?




Slide 3 - Slide

Argumenteren
Ik kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.

Slide 4 - Slide

Debat

Een debat is een woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling.
Bijvoorbeeld: Iedereen die vanaf vandaag zijn rijbewijs haalt, mag alleen een elektrische auto kopen.

De ene partij is voor de stelling en de andere partij is tegen. Beide partijen proberen het publiek of een jury met goede argumenten te overtuigen.


Slide 5 - Slide

Zo kijk en luister je naar een debat

Kijk en luister naar de gespreksleider. Over welke stelling wordt gedebatteerd? Wie zijn de voorstanders en de tegenstanders?
Kijk en luister naar de deelnemers. Wat is hun mening (standpunt) en welke argumenten gebruiken ze? Reageren ze op de standpunten en argumenten van hun tegenstanders?
Kijk en luister kritisch. Ben jij het eens met de tegenstanders of de voorstanders? Bedenk ook waarom je het met hen eens bent.



Slide 6 - Slide

Fragment
Kijkersvragen:
1. Wat wordt er bedoeld met mediawijsheid?
2. Hoe zie je wie de voor- en tegenstanders zijn?
3. Welke argumenten (voor en tegen) heb je gehoord?
4. Wat is de rol van de gespreksleider?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Fragment
Kijkersvragen:
1. Wat wordt er bedoeld met mediawijsheid?
2. Hoe zie je wie de voor- en tegenstanders zijn?
3. Welke argumenten (voor en tegen) heb je gehoord?
4. Wat is de rol van de gespreksleider?

Slide 9 - Slide

standpunt/mening
Wat is in onderstaande tekst het standpunt van de schrijver?

De buurman stapt in de auto met een zware tas waaruit allemaal clubs steken. Hij gaat naar de golfbaan. Dat is een uitgestrekt groen terrein voor golfers. Hij moet een eindje rijden voor hij z’n sport kan beoefenen, maar dan heeft hij dat hele park wel bijna voor zichzelf. Ik vind dat belachelijk. Nederland heeft geen plaats voor deze luxe sporten.

Slide 10 - Slide

argument
Welk argument gebruikt hij daarvoor?

In de eerste plaats is er al weinig groen in Nederland. Wanneer je het land vanuit de lucht beziet, dan zie je overal bebouwing. In de Randstad, waar de meeste mensen wonen, is heel veel behoefte aan wandelparken, speelterreinen en frisse lucht. Daar moet meer ruimte voor vrijgemaakt worden in plaats van aan golfterreinen.

Slide 11 - Slide

Argumenteren
Ik kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.

Slide 12 - Slide

vwo - artikel
-schrijfplan
-link naar de drie gebruikte bronnen
-eerste versie van je tekst
-verkregen feedback
-tweede versie van je tekst

Slide 13 - Slide

havo - flyer
-link naar de drie gebruikte bronnen
-eerste versie van je tekst (tekst in Word)
-verkregen feedback
-tweede versie van je tekst (bijv. in Canva, PPT , Word)

Slide 14 - Slide