Schrikkeljaar

Schrikkeljaar
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Eens in de vier jaar is het een schrikkeljaar. In plaats van 28 dagen, hebben we dan 29 dagen. Waarom is dit eigenlijk?

Items in this lesson

Schrikkeljaar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Denkgesprek
Weet weet jij al?
Eén keer in de vier jaar heeft het jaar geen 365 dagen, maar 366 dagen. Dat noemen we een schrikkeljaar. Waarom is dit eigenlijk? 
De spelregels
Bij een denkgesprek praat je met je groepje over een onderwerp. Het is de bedoeling dat iedereen aan het woord komt. Het gaat niet per se om het geven van het juiste antwoord. Kan iedereen verwoorden hoe hij of zij over het onderwerp denkt? Dan zijn jullie goed bezig!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
Wat zou jij willen weten over 
het schrikkeljaar? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

Eigen leervragen
De leerlingen formuleren eigen leervragen over het onderwerp. De vragen worden opgeschreven op een papiertje en op de vragenmuur geplakt. Zodra een vraag is beantwoord, wordt hij verplaatst naar de weetmuur.
Dit ga je leren
Wereldoriëntatie

Na deze les:
  • weet ik waarom wij één keer in de vier jaar een schrikkeldag hebben.
  • weet ik wie schrikkeldag bedacht heeft.
Taal

Ik kan een debat voeren waarin ik het publiek probeer te overtuigen van mijn mening. Ik oefen mijn mondelinge taalvaardigheid (spreken, luisteren en presenteren). De checklist kan mij hierbij helpen. 

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Het nieuws
Hulpkaart

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel. 
Arceer in ieder geval: 
  • schrikkeldag
  • schrikkeljaar
  • herinneren
  • eindelijk
  • maar liefst

Slide 5 - Slide

Actualiteit
Lees samen met uw leerlingen het artikel. 
De leerlingen arceren de belangrijke woorden in de tekst.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga op zoek naar de betekenis van de woorden die jij had gearceerd. De hulpkaart kan je hierbij helpen. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Slepen maar!
Heb jij de tekst goed begrepen?
28 februari
29 februari
1 maart
Dat is niet bekend.
Op welke datum zijn Justus en Anne geboren?

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Waarom was er vier jaar geleden op schrikkeldag groot feest in de dierentuin in Kerkrade?
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!
A
Er werden op deze dag maar liefst vier capibara's geboren.
B
Er werden op deze dag vier capibara's naar een dierentuin in Denemarken verhuisd.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slepen maar!
Wie zegt wat?



Justus



Anne
'Ik krijg twee taarten op mijn verjaardag.'
'Op mijn verjaardag krijg ik twee cadeaus. Eén voor een meisje van acht en één voor een meisje van twee.'
'De afgelopen drie jaar mocht ik zelf kiezen of ik mijn verjaardag op 28 februari of 1 maart wilde vieren.'
'Dit jaar geef ik een groot slaapfeest!'

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

.
Heb jij het artikel goed begrepen? Test je kennis!
Wat zou jij ervan vinden als je op schrikkeldag jarig zou zijn?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Bekijk het filmpje.
Maak tijdens en na het kijken aantekeningen in je logboek.

Slide 11 - Slide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.

Slide 12 - Video

This item has no instructions

..
.
Wie heeft de schrikkeldag ingevoerd?

Heb jij de filmpjes goed begrepen?
A
Caesar Augustus
B
Jan Schrikkel
C
Julius Caesar
D
Koningin Beatrix

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slepen maar!

Heb jij de filmpjes goed begrepen?
NIET WAAR
WAAR
Na 4 jaar loopt de tijd ongeveer 1 dag voor op de zon, daarom is er een (schrikkel)dag toegevoegd.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

.
Wat vind jij?
Wat zou jij ervan vinden als je op schrikkeldag jarig zou zijn?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht

Straks gaan jullie een debat voeren. Bij een debat heb je voor- en tegenstanders van een stelling. Je noemt argumenten om het publiek te overtuigen. Vandaag ga je letten op je spreek- en luistervaardigheid. 

Een klasgenoot beoordeelt jou aan de hand van de checklist hiernaast. Kijk maar vast waar je klasgenoot op gaat letten. Kies één ding uit waarvan jij wilt dat jouw klasgenootje er extra op gaat letten. Zet daar een uitroepteken (!) voor. 

Uitleg

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
  • Verdeel de klas in vier groepen: 



  • De voor- en tegenstanders krijgen vijf minuten voorbereidingstijd. Gebruik deze tijd om argumenten te bedenken. De beoordelaars lezen de checklist nog eens goed.

  • De leerkracht is gespreksleider. Een gespreksleider is neutraal en zorgt er voor dat alle partijen evenveel aan het woord komen. 
Uitleg
timer
5:00
De stelling: 

"We moeten schrikkeldag afschaffen!"
beoordelaars tegenstanders
4
beoordelaars voorstanders
3
tegenstanders
2
voorstanders
1

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Debatteren doe je zo!
timer
10:00
Tijdens het debat vullen de beoordelaars de checklist in voor één van de voor- of tegenstanders. Ze zetten een vinkje (       ) achter de zinnen waarvan zij vinden dat dit al erg goed gaat.
Na 10 minuten rond de gespreksleider het debat af. Wie heeft het debat gewonnen? De voor- of de tegenstanders?
5
Wie iets wil zeggen gaat staan. De gespreksleider kiest wie de beurt krijgt en zorgt voor een eerlijke verdeling.
4
De gespreksleider geeft eerst een voorstander de beurt, die vertelt waarom hij/zij voor is. Daarna krijgt een tegenstander de beurt. Vervolgens kan het debat beginnen!
3
De voor- en tegenstanders zitten tegenover elkaar op stoelen, de gespreksleider staat ertussenin.
1
De gespreksleider introduceert de stelling en stelt de teams voor. 
2

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Ga in tweetallen bij elkaar zitten. De beoordelaar vertelt de voor- of tegenstander hoe hij de checklist heeft ingevuld. Wat gaat al heel goed en waar kan de voor- of tegenstander de volgende keer nog beter op letten?
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nu draaien we de rollen om!
De stelling van het debat:  
"Schrikkeldag moet een nationale feestdag worden. Iedereen is dan vrij."
Wisselen maar!
De beoordelaars worden nu voor- of tegenstander en de voor- en 
tegenstanders worden nu beoordelaars. 
timer
15:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Ga in tweetallen bij elkaar zitten. De beoordelaar vertelt de voor- of tegenstander hoe hij de checklist heeft ingevuld. Wat gaat al heel goed en waar kan de voor- of tegenstander de volgende keer nog beter op letten?
timer
5:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling lesdoelen
Wereldoriëntatie

Na deze les: 
  • Waarom hebben wij één keer in de vier jaar een schrikkeldag?
  • Wie heeft schrikkeldag bedacht?
Taal

Weet jij nu hoe je een debat voert?

Slide 22 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
Wat heb jij deze les geleerd? Welke antwoorden heb jij gevonden op jouw leervragen? Schrijf het in je logboek.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tot de volgende keer!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions