2.4 Verschillende markten (Praktische Economie 5e druk)

Welkom bij economie 3H2
  1. Kom rustig binnen
  2. Telefoon in de telefoontas
  3. Al je werkspullen op tafel
  4. Laptop aan LessonUp opgestart
  5. Start met opdracht 1 ( en verder) blz 76
timer
5:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij economie 3H2
  1. Kom rustig binnen
  2. Telefoon in de telefoontas
  3. Al je werkspullen op tafel
  4. Laptop aan LessonUp opgestart
  5. Start met opdracht 1 ( en verder) blz 76
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Welkom bij economie havo 3
  1. Eten en drinken alléén in de pauze
  2. Telefoon in de (telefoon-) tas
  3. Al je werkspullen op tafel
  4. Laptop aan LessonUp opgestart
  5. We starten als de timer klaar is
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Opbouw van de les
  • herhalen leerdoelen vorige keer
  • instructie leerdoelen
  • zelfstandig werken
  • vóór de volgende keer

Slide 3 - Slide

Leerdoelen vorige les
Je weet :
  • Wat vraagoverschot is
  • Wanneer er marktevenwicht is
  • Wat aanbodoverschot is
  • Wat marktmechanisme is

Slide 4 - Slide

Sleep naar de juiste definitie
Vraagoverschot
Aanbodoverschot
Er is meer aanbod dan vraag
Er is meer vraag dan aanbod

Slide 5 - Drag question

Sleep naar de juiste definitie
Vraagoverschot
Aanbodoverschot
De prijs zal stijgen
De prijs zal dalen

Slide 6 - Drag question

Beschrijf in eigen woorden wat marktmechanisme is

Slide 7 - Open question

Leerdoelen van de les
Je weet aan het eind van de les:
  • wat concurrentie is 
  • welke soorten markten er zijn 
  • wat er gebeurt als er weinig concurrenten zijn 
  • wat er gebeurt als er veel concurrenten zijn 

Slide 8 - Slide

Concurrentie
Van concurrentie is sprake als er andere aanbieders zijn die een vergelijkbaar product aanbieden

Slide 9 - Slide

Welke soorten markten zijn er?
Er zijn 4 soorten markten die we onderscheiden. Het onderscheid wordt gemaakt door het aantal aanbieders op een markt.

Slide 10 - Slide

Zijn de Albert Heijn en de Jumbo elkaars concurrenten?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Als er op een markt slechts 1 aanbieder is, dan praten we van een...
A
Monopolie
B
Oligopoli

Slide 12 - Quiz

Oligopolie
Je praat van oligopolie als er slechts een paar aanbieders zijn in een markt. Voorbeeld is bijvoorbeeld de zorgverzekeraars in Nederland. Want 90% van de mensen is verzekerd bij een van de vier grootste verzekeraars.

Slide 13 - Slide

In een oligopolie kan een prijzenoorlog ontstaan. Leg in je eigen woorden uit wat er dan gebeurd?

Slide 14 - Open question

Kartelvorming
Het tegenovergestelde van een prijzenoorlog is kartel vorming. Bedrijven maken dan stiekem onderling prijsafspraken. Dit is verboden.

Slide 15 - Slide

Veel concurrentie
Van veel concurrentie is sprake als er veel aanbieders zijn die een vergelijkbaar product aanbieden. We onderscheiden:
  • Monopolistische concurrentie; product is hetzelfde, maar de kwaliteit is steeds anders, we praten van heterogene producten
  • Volkomen concurrentie; geen verschil in product, we praten van homogene producten

Slide 16 - Slide

timer
0:30
Monopolie
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Volkomen concurrentie
Er is slechts 1 aanbieder op de markt
In deze markt zijn veel aanbieders met geen verschil in kwaliteit van het product
In deze marktzijn veel aanbieders met verschil in kwaliteit van het product
Er zijn een paar aanbieders in de markt

Slide 17 - Drag question

Wat maak ik in de les?
Opdracht 6 & 9  (lees ook de theorie door!)

Hoe maak ik het?
Zelfstandig en je schrijft je antwoorden op in je schrift

Welke hulp kan ik verwachten?
Eerste 5 minuten géén hulp. Je werkt voor jezelf in stilte
Daarna is fluisterend overleg met buur toegestaan
Kom je er samen niet uit? Hand omhoog > docent komt langs

Wat als je klaar bent?
Werk verder aan de eindopdracht 4, 7, 12, 13, 14 & 15 

We sluiten straks af met opdracht 6 en 9
timer
5:00

Slide 18 - Slide

WEEKTAAK
Hoofdstuk 2 par.4
Lees de theorie
Leer de begrippen
Maak 4, 6, 7, 9, 12, 13, 14 & 15 af

Slide 19 - Slide