Een trema is niet alleen nodig in woorden als ruïne en poëzie. (Dit worden ‘ongelede woorden’ genoemd: ze zijn als het ware één geheel en bestaan niet uit andere woorden of woorddelen.) Het is daarnaast nodig in afleidingen, zoals beïnvloeden, geüniformeerd, weeïg en kanoën. (Dit zijn ‘gelede woorden’: ze bestaan uit een kernwoord (invloed, uniform, wee, kano) en een voor- en/of achtervoegsel.) In samenstellingen als diepte-investering en lente-ui is een streepje juist: zie de pagina over klinkerbotsing in samenstellingen.