2V Grieks herhalen na meivakantie

Goedemorgen!
Vandaag gaan we verder met les 11:
  • Herhalen waar we gebleven zijn
  • Beginnen lezen 11A
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
Vandaag gaan we verder met les 11:
  • Herhalen waar we gebleven zijn
  • Beginnen lezen 11A

Slide 1 - Slide

Aoristus

Slide 2 - Mind map

Bespreken TO A

Slide 3 - Slide

TO A
1. ἒλαβες
2. λάβετε
3. εἶπον
4. εἶπετε (2x)
5. ἢλθετε

Slide 4 - Slide

TO A
1. ἒλαβες - jij nam eens -  λαμβανω
2. λάβετε
3. εἶπον
4. εἶπετε (2x)
5. ἢλθετε

Slide 5 - Slide

TO A
1. ἒλαβες - jij nam eens -  λαμβανω
2. λάβετε - jullie moeten eens nemen/neem eens! -  λαμβανω
3. εἶπον
4. εἶπετε (2x)
5. ἢλθετε

Slide 6 - Slide

TO A
1. ἒλαβες - jij nam eens -  λαμβανω
2. λάβετε - jullie moeten eens nemen/neem eens! -  λαμβανω
3. εἶπον - ik zei/ zij zeiden eens -  λεγω
4. εἶπετε (2x)
5. ἢλθετε

Slide 7 - Slide

TO A
1. ἒλαβες - jij nam eens -  λαμβανω
2. λάβετε - jullie moeten eens nemen/neem eens! -  λαμβανω
3. εἶπον - ik zei/ zij zeiden eens -  λεγω
4. εἶπετε (2x) - jullie zeiden eens, zeg eens! - λεγω
5. ἢλθετε

Slide 8 - Slide

TO A
1. ἒλαβες - jij nam eens -  λαμβανω
2. λάβετε - jullie moeten eens nemen/neem eens! -  λαμβανω
3. εἶπον - ik zei/ zij zeiden eens -  λεγω
4. εἶπετε (2x) - jullie zeiden eens, zeg eens! - λεγω
5. ἢλθετε - jullie kwamen eens

Slide 9 - Slide

TO A
6. ἢλθομεν
7. ἀποθανεῖν
8. ἀπέθανεν
9. ἰδεῖν
10. ἰδέ

Slide 10 - Slide

TO A
6. ἢλθομεν -wij kwamen eens
7. ἀποθανεῖν
8. ἀπέθανεν
9. ἰδεῖν
10. ἰδέ

Slide 11 - Slide

TO A
6. ἢλθομεν -wij kwamen eens
7. ἀποθανεῖν - eens te sterven - ἀποθνηισκω
8. ἀπέθανεν
9. ἰδεῖν 
10. ἰδέ

Slide 12 - Slide

TO A
6. ἢλθομεν -wij kwamen eens
7. ἀποθανεῖν - eens te sterven - ἀποθνηισκω
8. ἀπέθανεν -hij stierf eens - ἀποθνηισκω
9. ἰδεῖν 
10. ἰδέ

Slide 13 - Slide

TO A
6. ἢλθομεν -wij kwamen eens
7. ἀποθανεῖν - eens te sterven - ἀποθνηισκω
8. ἀπέθανεν -hij stierf eens - ἀποθνηισκω
9. ἰδεῖν  - eens te zien - ὁραω
10. ἰδέ

Slide 14 - Slide

TO A
6. ἢλθομεν -wij kwamen eens
7. ἀποθανεῖν - eens te sterven - ἀποθνηισκω
8. ἀπέθανεν -hij stierf eens - ἀποθνηισκω
9. ἰδεῖν  - eens te zien - ὁραω
10. ἰδέ -zie eens!/ je moet eens zien - ὁραω

Slide 15 - Slide

Tekst 11A: "Patroklos verschijnt aan Achilles"

Slide 16 - Slide

Wat is er gebeurd met Patroklos?

Slide 17 - Open question

Hoe reageert Achilles daarop?

Slide 18 - Open question

Het beslissende duel! Wie wint?
A
Hektor
B
Achilles

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Pak nu tekst 11A op p.87 erbij

Slide 21 - Slide

Regel 1-2
1    Ἐξαίφνης δ’ ὁ Ἀχιλλεὺς εἶδε ψυχὴν ἐν τῷ ὕπνῳ.
2    Ἡ δὲ ψυχή, πάντα ὁμοία τῷ Πατρόκλῳ, εἶπεν αὐτῷ·

Slide 22 - Slide

Wat is de persoonsvorm in regel 1?

Slide 23 - Open question

Wat is de persoonsvorm εἲδε?
A
Imperfectum
B
Sigmatische aoristus
C
Ps.-sigmatische aoristus
D
Thematische aoristus

Slide 24 - Quiz

Wat is het onderwerp in regel 1?
A
Ἐξαιφνης
B
ὁ Ἀχιλλευς
C
ψυχην
D
τωι ὓπνωι

Slide 25 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in regel 1?
A
Ἐξαιφνης
B
ὁ Ἀχιλλευς
C
ψυχην
D
τωι ὓπνωι

Slide 26 - Quiz

Regel 1-2
1    Ἐξαίφνης δ’ ὁ Ἀχιλλεὺς εἶδε ψυχὴν ἐν τῷ ὕπνῳ.
2    Ἡ δὲ ψυχή, πάντα ὁμοία τῷ Πατρόκλῳ, εἶπεν αὐτῷ·

Slide 27 - Slide

Wat is de persoonsvorm in regel 2?

Slide 28 - Open question

Van welk werkwoord komt εἰπεν?
A
ὁραω -zien
B
λεγω - zeggen
C
λαμβανω -nemen

Slide 29 - Quiz

Regel 1-2
1    Ἐξαίφνης δ’ ὁ Ἀχιλλεὺς εἶδε ψυχὴν ἐν τῷ ὕπνῳ.
2    Ἡ δὲ ψυχή, πάντα ὁμοία τῷ Πατρόκλῳ, εἶπεν αὐτῷ·

Slide 30 - Slide

Wie is αὐτωι?

Slide 31 - Open question

Wat zegt Patroklos tegen Achilles?

Lees nu verder in 11A om erachter te komen

Slide 32 - Slide