Trauma bij de stabiele patiënt

• Verpleging en verzorging
• Praktijkonderwijs
• Beroepsopleiding
• Leerjaar 4

EPA 3 Kern SEH

Zorg verlenen aan een zorgvrager na trauma waarbij de vitale functies niet direct bedreigd zijn (volwassenen).

Aanwezig vandaag

Johan de Jong, instituutsopleider Fontys. Lesbezoek.

Arwen van Gelderen.

Paul Verhees.

Middagprogramma:

Wondzorg, i.v.m. afwezigheid wondverpleegkundige gegeven door docent Fontys.

Jeroen van Weert, radiologisch laborant.

Programma van vandaag

2 Dagdelen.

Dagdeel 1:

Ophalen leervragen aan de hand van voorbereiding.

Behandelen onderwerpen m.b.t. trauma.

In tweetallen presentatie voorbereiden

Behandelen onderwerpen m.b.t. trauma.

Presenteren.

Middagpauze

Programma van vandaag

Dagdeel 2.

Wondzorg.

Stralingshygiëne, expert radiodiagnostisch laborant.

Vooruitblik lesdag 8 juli

Graag voorafgaand casussen mailen, zie canvas.

Start 08:30 TweeSteden, zijzaal 2 evaluatie BAZ.

10:00 start lesdag gipsverbandmeesters.

Middag programma praktijk onderwijs op de gipskamer.

Ophalen van leervragen

Trauma specifieke problemen op het gebied van 

de A, B, C en D.

Verdiep je in de verschillen tussen niet vitaal en vitaal bedreigd, zodat je een juiste inschatting kunt maken van de niet vitaal bedreigde zorgvrager.

Te behandelen onderwerpen

• Thorax trauma
• Buiktrauma 
• Neurotrauma
• Wervelletsel
• Weke delen letsel
• Letsels in het aangezicht
• Klein sein
• Trauma bij ouderen en trauma bij zwangeren

Thorax trauma

Wat wil je weten van de patiënt?

Thorax trauma

Pneumo- versus heamatothorax.

Rib fracturen.

Pneumothorax.

Spontaan of na trauma.

Heamatothorax.

Spontaan of na trauma. Verminderde of afwezige longgeluiden en hypotensie.

Kijken

• Spontane ademhaling
  
• Symmetrische en adequate thoraxexcursies
  
• Diepte, patroon en snelheid van de ademhaling
  
• Functioneren van de ademhaling, inclusief:
  

Gebruik van hulpademhalingsspieren
Diafragmatisch of abdominaal ademen bij
volwassen patiënten

Belangrijk

Presentatie?

Klinische blik?

Vitale parameters?

Diagnostiek?

Behandeling?

• Assisteren bij behandeling.

Assisteren inbrengen thoraxdrain

Thorax bak. Belangrijkste spullen: 

Pleuracath

Sentinel

Sterilium, steriele jas

Lidocaïne, scalpel

Hechtdraad

Afplakpleisters

Buiktrauma

Buiktrauma

Lever

Milt

Pancreas 

Dunnen darm

Dikke darm en rectum

Maag en oesofagus

Anamnese bij buiktrauma

Verschijnselen?

Buiktrauma

Stomp buiktrauma.

De meest frequent aangedane organen:

Milt (40%–55%) 

Lever (35%–45%) 

Dunne darm (5%–10%). 

Meerwaarde lab onderzoek bij verdenking op schade aan welke organen?

1. Lever
2. Milt
3. Dunne darm
4. Pancreas

Neurotrauma

Neurotrauma 

Schedel fractuur

Commotio cerebri

Contusio cerebri

Schedelbarst/lineaire schedelfractuur

Te zien op CT scan

In de meeste gevallen hebben de hersenen geen schade en is de patiënt bij bewustzijn. 

Kan een epiduraal hematoom ontstaan als een botsplinter een slagadertje van het harde hersenvlies scheurt.  

Een schedelbarst hoeven we niet te behandelen. Binnen korte tijd groeit het bot weer aan elkaar.

Commotio cerebri

Geen hersenweefsel beschadigd geraakt.

Fysiek trauma op de schedel, val of klap.

Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid.

Aandachtspunten?

Contusio cerebri

Traumatisch hersenletsel waarbij hersenweefsel beschadigd is geraakt.

Door trauma. 

Grote variatie van mild tot ernstig. 

Aan de slag in tweetallen

1 groep heeft het onderwerp trauma bij zwangeren

1 groep heeft het onderwerp trauma bij ouderen

Presenteren in 10 minuten. 

Verschillen en aandachtspunten. Anatomie, fysiologie en pathologie.

Mogelijke complicaties. Prioriteren van handelingen of interventies.  

Wervel letsel

Wervel letsel

Stabiele wervelfractuur 

Indicaties voor log roll 

Stabilisatie CWK

Weke delen lestel

Weke delen letsel

Compartimentsyndroom: spieren worden omgeven door een strak kapsel. Een spiergroep met een kapsel er omheen wordt een spiercompartiment genoemd. In het onderbeen bestaan er 4 compartimenten.

Rabdomyolyse

Beschadiging van dwars gestreept spierweefsel.

Mechanisch door trauma, ok, verbranding

Excessieve spieractiviteit 

Toxisch: toxinen, narcotica, medicatie, infecties

Ischemisch

Immunologisch 

Metabool

Erfelijke aandoeningen: Duchenne

Letsel in het aangezicht

Letsels in het aangezicht

Aangezicht

Kaak fracturen en luxatie 

Oog letsel

Neus fractuur, epistaxis

Zygoma fractuur

Zygoma fractuur/jukbeen: blauw oog, soms bloedneus

Bubbelbeelden, gevoelsstoornissen of een beperkte mondopening, asymmetrie van het middengezicht.

Geen neus snuiten!

Orbita fractuur

Orbita fractuur/oogkas:

Bubbelbeelden, gevoelsstoornissen of een beperkte mondopening, asymmetrie van het middengezicht.

Geen neus snuiten!

Bovenkaak fracturen/maxillarisfracturen

Onderkaak fracturen/mandibulafracturen

Kaak luxatie

Spontaan of na trauma

Diagnostiek 

Behandeling

Oogletsel 

Geen hoge mortaliteit wel beperking en de algehele

levenskwaliteit.

Stomp, penetrerend of een brandwond.

Verpleegkundige interventies

Stabiliseren en immobiliseren als een vreemd lichaam

de oogbol penetreert.

Het hoofduiteinde van het bed optillen om de

oogdruk te laten dalen.

Assisteren bij procedures en toedienen van medicatie

zoals is voorgeschreven.

De tetanusstatus van de patiënt bijwerken.

Klein sein

Laag risico letselmechanisme.

Stabiele vitale functies.

Geen trauma en zwangerschap.

Geen betrokkenheid MMT.

Presenteren

Afsluiting en evaluatie