Hulples 2

Nederlands
Hulples
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Hulples

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
  • Lezen/Woorden
  • Paragraaf
  • Boekpromoties
  • Evaluatie/vragen

Slide 3 - Slide

Doelstelling
Na deze les:
  • Kun je zelf pannenkoeken bakken. 
  • Kun je WW in verleden tijd en voltooid verleden tijd schrijven.

Slide 4 - Slide

timer
25:00
  • lees wat je wilt (moet op papier)
  • oordopjes zijn toegestaan 
  • je mag tegen de muur leunen
  • ipad plat
  • In stilte lezen!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

47. woord 
betekenis

48. Woord
=
betekenis

Slide 7 - Slide

Hoe heet het wat je bij stap één aan het maken bent?

Slide 8 - Open question

Wanneer doe je de bananen erbij?
A
Als het beslag in de pan zit
B
Als je het beslag mengt in de kom
C
Ze gaan er niet bij; je zet ze apart
D
Er zitten geen bananen bij

Slide 9 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met ‘vloeibare ingrediënten?’

Slide 10 - Open question

Leg uit aan je buur
INGREDIËNTEN
120 ml melk
100 ml kokosmelk
400 g zelfrijzende bloem
3 eieren
3 bananen
snuifje zout
INGREDIËNTEN
120 ml melk
100 ml kokosmelk
400 g zelfrijzende bloem
3 eieren
3 bananen
snuifje zout
Leg uit, stap voor stap, hoe je pannenkoeken maakt.
Tijd: 2 min
Daarna wijs ik iemand aan om het aan de klas uit te leggen.

Slide 11 - Slide

timer
5:00
Doel: 
doel

Hoe: 
Talent online
Hulp: 
Lesstof 
Klaar?
Docent
Wat:
Opdracht

Slide 12 - Slide

Verleden tijd
Sterke werkwoorden van klank in de verleden tijd

Slide 13 - Slide

Wij (kiezen)… voor een vakantie in Limburg.

Slide 14 - Open question

De scheidsrechter (blazen) … op zijn fluit.

Slide 15 - Open question

De jongens (graven) … een diepe kuil.

Slide 16 - Open question

Zwakke werkwoorden
Eindigt de stam op een letter uit ‘t ex-kofschip? Dan zet je er te of ten achter. Zo niet, dan de of den.

Lusten - lust - ‘t ex kofschip - dus te of ten

Slide 17 - Slide

Ik (verrassen) … mijn moeder met een foto.

Slide 18 - Open question

De dief (vluchten) … voor de politie.

Slide 19 - Open question

Stam eindigt op z of v?

De ik-vorm verandert: verbaz(en)                   verbaas

Je kijkt naar z!
Een z of v zit niet in het ‘t ex-kofschip: dus de of den

Slide 20 - Slide

Lenny (bonzen) … met twee vuisten op tafel.

Slide 21 - Open question

De lijm (kleven) … verschrikkelijk.

Slide 22 - Open question

Voltooid deelwoord
Iets is voltooid

Sterk WW: voltooid deelwoord eindigt op en.
Lopen - hij liep - hij heeft gelopen

Slide 23 - Slide

In de speeltuin zijn we van de glijbaan … (glijden).

Slide 24 - Open question

We zijn door de bosjes … (sluipen).

Slide 25 - Open question

Voltooid deelwoord
Iets is voltooid

Zwak WW: voltooid deelwoord eindigt op d of t.
Kijk naar verleden tijd!
Ik groeide - Ik ben gegroeid

Slide 26 - Slide

De boeren hebben hun akkers … (ploegen)

Slide 27 - Open question

Geen dubbel t/d!
Slachten eindigt al op een t.
De boeren hebben tien koeien geslacht.

Slide 28 - Slide

Hebben jullie ook zoveel peren (oogsten) … dit jaar?

Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question

Huiswerk
Op je Ipad in Talent online:
  • huiswerk

Slide 31 - Slide

Boekpromotie(s)

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide