De schrijver gebruikt bij het beschrijven van stappen de signaalwoorden eerst, vervolgens, daarna en tenslotte. Met deze signaalwoorden wordt .. ...... beschreven.
A
de tegenstelling
B
de volgorde
Slide 18 - Quiz
bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere... Signaalwoorden horen bij:
A
volgorde van tijd
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 19 - Quiz
Deze signaalwoorden horen bij... toen, dan, vervolgens, eerst, nadat
A
voorbeeld
B
opsomming
C
volgorde van tijd
Slide 20 - Quiz
Signaalwoorden voor een argument zijn:
A
Ten eerste, vervolgens, ook
B
Omdat, daarom, want
C
Maar, echter, immers
Slide 21 - Quiz
Welk verband heeft deze signaalwoorden: dus en kortom
A
Opsomming
B
conclusie
C
Reden
D
tegenstelling
Slide 22 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden 'ook' en 'bovendien'?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 23 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden 'waarmee' en 'door middel van'?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
doel-middel
Slide 24 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden 'indien' en 'als...(dan)'?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorwaarde
D
doel-middel
Slide 25 - Quiz
Zelf oefenen
1. Bekijk de theorie op blz. 40 goed. Ik verwacht van jullie dat je het schema inmiddels kunt dromen. Zo niet, leren!!
2. Maak opdracht 1 en 2 op blz. 41/43
3. Klaar? Opdracht 3* blz. 44
Slide 26 - Slide
Huiswerk
Huiswerk:
- Opdracht 2 blz. 42/43
Slide 27 - Slide
Evlauatie
Lesdoel:
Ik kan/ weet: verbanden in een tekst herkennen en begrijpen.