This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welkom!
Goed dat je er bent. In deze online les doorloop je zelfstandig les 28.
-Zorg ervoor dat je inlogt met je eigen naam, op basis van deelnemende namen noteer ik absenten.
-Het kan nuttig zijn de vorige lessen nog eens terug te kijken. Die staan ook in LessonUp. Schrijf alle vragen die je hebt op, ik kan deze gedurende de les niet beantwoorden. Neem ze mee naar de volgende les of mail mij
-Als je helemaal klaar bent, kun je de les verlaten. Let er wel op dat je alles serieus invult. Niet meedoen = niet aanwezig.
Succes!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Ook je handen was je in de pot!!
Slide 5 - Slide
Waardoor lijkt het in het laatste plaatje alsof je je handen moet wassen in de wc-pot?
A
De zin 'in de pot aub' begint niet met een hoofdletter en lijkt daardoor het verlengde te zijn van de zin ervoor.
B
Het staat bij het plaatje van Manneken Pis.
C
De zin ervoor is niet afgesloten (met een punt).
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Waarom is het (nog meer) belangrijk om de spellingsregels van hoofdletters en leestekens te kennen?
Slide 8 - Mind map
Slide 9 - Slide
Waardoor komt het verschil?
Slide 10 - Open question
Nu volgt de theorie. Let goed op. Hierna komen er vragen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
HOOFDLETTERS
Bekijk het volgende filmpje!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
LEESTEKENS
- punten
- vraagtekens
- uitroeptekens
- komma's
- dubbele punten
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
PUNT (1)
- Aan het einde van een zin
Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.
Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.
Slide 17 - Slide
PUNT (2)
- Na of in sommige afkortingen
d.m.v. - m.a.w. - i.i.g.
dhr. - mevr. - mej.
max. - min. - nr.
Slide 18 - Slide
VRAAGTEKEN
- Na een vraag
Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?
'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.
Slide 19 - Slide
UITROEPTEKEN (1)
- Om aan te geven dat iemand luid roept
'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.
Slide 20 - Slide
UITROEPTEKEN (2)
- Om een bevel of waarschuwing aan te geven
Halt, of ik schiet!
Stop!
Kom hier!
Slide 21 - Slide
KOMMA
- Maakt een zin overzichtelijker
- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt
Slide 22 - Slide
KOMMA (1)
- Als pauzeteken in een zin
Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.
Slide 23 - Slide
KOMMA (2)
- Tussen de delen van een opsomming
Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.
Slide 24 - Slide
KOMMA (3)
- Tussen twee persoonsvormen
Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.
Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).
Slide 25 - Slide
DUBBELE PUNT (1)
- Voor een opsomming
Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.
Slide 26 - Slide
DUBBELE PUNT (2)
- In plaats van want of immers (uitleg)
Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.
Slide 27 - Slide
DUBBELE PUNT (3)
- Voor een aankondiging
Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.
Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.
Slide 28 - Slide
Je vindt de theorie ook terug op p. 114 van je boek!
Dan nu de vragen, lekker oefenen. Yay!
Slide 29 - Slide
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
morgen begint de kermis
Slide 30 - Open question
Verbeter het plaatje
Slide 31 - Slide
Niet 'Bel werkt niet kloppen a.u.b.', maar...
Slide 32 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet. Levi wil je die bak met potloden aangeven
Slide 33 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben
Slide 34 - Open question
Verbeter het plaatje
Slide 35 - Slide
Niet 'Schiet op Griekenland', maar...
Slide 36 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden
Slide 37 - Open question
Juist of onjuist: Lotte zei: 'Wat een leuke jongen'.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quiz
Juist of onjuist: Mees riep: Kijk uit voor die fietser!