This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
oefenvragen h8 gedrag
maak de volgende vragen zonder overleg in stilte
vergeet niet op het einde de gele knop ''inleveren'' te drukken
en ga even iets voor jezelf doen zonder te storen
Slide 1 - Slide
Bij ... is sprake van het gedrag dat van soortgenoten wordt gekopieerd.
A
Inzicht
B
Overspronggedrag
C
Imiteren
D
Aangeboren
Slide 2 - Quiz
Welke eigenschappen bepalen bij mannelijke chimpansees de plek in de rangorde?
A
wie de meeste vrienden heeft
B
wie de meeste vrouwtjes heeft
C
wie het langst leeft
D
wie kracht heeft en kan imponeren
Slide 3 - Quiz
Wat is de functie van een rangorde binnen groepen?
A
De rangorde voorkomt conflicten of ruzie, bijvoorbeeld over voedsel.
B
De rangorde zorgt ervoor dat elk dier dezelfde overlevingskans heeft.
C
De rangorde zorgt ervoor dat iedereen evenveel voedsel krijgt.
Slide 4 - Quiz
Hoe heet bij sociaal gedrag een handeling die is waargenomen door een soortgenoot?
A
Balts
B
Dreiging
C
Prikkel
D
signaal
Slide 5 - Quiz
Welke prikkels worden in de reclame gebruikt om eigenschappen te benadrukken of te overdrijven?
A
inwendige prikkels
B
motivatie
C
sleutelprikkels
D
supranormale prikkels
Slide 6 - Quiz
Wat is een sleutelprikkel?
A
een prikkel die afkomstig is uit de omgeving
B
een prikkel die altijd een bepaalde reactie veroorzaakt
C
een prikkel die ontstaat in het lichaam
D
een prikkel die sterker is dan andere prikkels
Slide 7 - Quiz
Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting
Slide 8 - Quiz
Een hongerige kikker eet een wesp op en wordt gestoken. Voortaan laat hij alle geel-zwarte insecten met rust.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 9 - Quiz
A
inprenting
B
gewenning
C
conditionering
D
inzichtelijk leren
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 11 - Quiz
Wat zie je in de afbeelding?
A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel
Slide 12 - Quiz
Na het horen van een knal gooit je kamergenoot een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van de knal. Welk leerproces is dit?
A
imprenting
B
conditionering
C
Gewenning
D
Inzicht
Slide 13 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
mens laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen
Slide 14 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
mens laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen
Slide 15 - Quiz
Als een prikkel steeds dezelfde reactie (respons) geeft noem je dit:
A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons
Slide 16 - Quiz
Een vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel noem je een..
A
impuls
B
respons
C
reflex
D
bewuste reactie
Slide 17 - Quiz
Bij welk leerproces leer je mens of dier niet te reageren op een bepaalde prikkel? Of juist wel!
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 18 - Quiz
Hoe heet zon lijst met afkortingen zoals je hiernaast ziet?
A
ethogram
B
protocol
Slide 19 - Quiz
Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag
D
territoriumgedrag
Slide 20 - Quiz
Mannetjeshonden plassen veel vaker dan vrouwtjeshonden. Bij welk type gedrag hoort dit gedrag van de hond?
A
Imponeergedrag
B
Baltsgedrag
C
vluchtgedrag
D
Territoriumgedrag
Slide 21 - Quiz
Een pad die een vijand ziet, maakt zich dik en gaat omhoog op de poten staan. Hoe noemen we dit gedrag?
A
baltsgedrag
B
imponeergedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag
Slide 22 - Quiz
Een blauwe reiger staat op zijn lange poten aan de rand van een sloot langdurig onbeweeglijk naar het water te kijken. Plotseling flitst zijn kop in de richting van een rimpeling in het water. De kop komt weer uit het water tevoorschijn, waarna de reiger een kikker naar binnen schrokt.
Is het met zijn kop naar de rimpeling in het water flitsen en de kikker ophappen een prikkel of respons?
A
prikkel
B
respons
Slide 23 - Quiz
Met wie je omgaat, hangt af van waarden en normen. Wat geven waarden aan?
A
Ze geven aan wat jij belangrijk vindt.
B
Ze geven aan wat jij juist wel of niet doet.
C
Ze geven aan wat je belangrijk vindt en juist wel of niet doet.
Slide 24 - Quiz
Een kat die wordt aangevallen, zet zijn haren overeind. Wat voor gedrag vertoont de kat?
A
Baltsgedrag.
B
Imponeergedrag.
C
Onderdanigheidsgedrag.
D
Overspronggedrag.
Slide 25 - Quiz
Wat weet je van een ethogram?
Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschrijven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag
Slide 26 - Quiz
Wat is gedrag?
A
het maken van alle bewegingen van een mens of een dier.
B
alles wat een dier of mens doet, dus ook zweten en huilen.
C
alles wat een dier doet om zijn baasje het naar zijn zin te maken.
D
een respons
Slide 27 - Quiz
In een dierentuin beginnen wolven vaak te janken als zij het geluid van een sirene horen. De oppassers zijn aan dit jankgedrag van de wolven gewend. Argeloze bezoekers schrikken er soms van. Wordt in de tekst een respons van de wolven genoemd?
A
ja, de sirene
B
ja, het janken
C
nee
Slide 28 - Quiz
Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
De benen van een fotomodel worden met fotoshop verlengd
je reageert op het huilen van een baby
een merel voert het jong zodra het jong zijn bekje opendoet
het supergrote ei in het nest wordt beter bebroed
Babydieren zijn zooooo schattig
Slide 29 - Drag question
Reflex of niet???
Reflex
Reflex
Bewust
Getraind reflex
Slide 30 - Drag question
Reflex of bewuste reactie?
reflex
bewuste reactie
Slide 31 - Drag question
Zet de onderdelen van een speeksel reflex in de juiste volgorde
Reukzintuig
Prikkel
Gevoelszenuw
Bewegingszenuw
Hersenstam
Reactie
Slide 32 - Drag question
Begrippen
Definitie
Begrip
Gedrag dat wordt aangeleerd in een bepaalde korte periode van het leven van een dier
Een proces waarbij de kans op een reactie op een prikkel afneemt bij herhaaldelijke toediening van de prikkel.
Een leerproces waarbij een dier bepaald gedrag leert door het ervaren van straffen of beloningen.
Aangeleerd gedrag dat wordt geleerd door het nabootsen van het gedrag van soortgenoten.
Een aangeleerde natuurlijke respons op een kunstmatige prikkel.
Gedrag waarbij er een oplossing wordt bedacht voor een probleem vanuit ervaringen uit het verleden.