13.3 In evenwicht (excursie)

Planning 
Afspraken excursie Amsterdam. Datum: 4 of 5 maart.
Afronden 13.1 en 13.2. Zijn er nog vragen over de longen. Checken met enkele vragen over functies van de longen.
Uitleg waterbalans en homeostase in organismen (13.3)
Zelfstandig werken aan hoofdstuk 13 
         * Donderdag les: 13.4: Nieren/Lever en H13 afronden.
         * Donderdag het 9e uur: kwt biologie (herkansing/H13)
         
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning 
Afspraken excursie Amsterdam. Datum: 4 of 5 maart.
Afronden 13.1 en 13.2. Zijn er nog vragen over de longen. Checken met enkele vragen over functies van de longen.
Uitleg waterbalans en homeostase in organismen (13.3)
Zelfstandig werken aan hoofdstuk 13 
         * Donderdag les: 13.4: Nieren/Lever en H13 afronden.
         * Donderdag het 9e uur: kwt biologie (herkansing/H13)
         

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen en wat verwacht ik van jullie?
* We gaan bij Artis een museum bezoeken. 
* We bekijken onderweg de oersoep doorgang.
* We gaan naar Bodyworlds op het Damrak.
We volgen allemaal het programma volgens de afspraken die we maken:
* Iedereen gaat mee met de bus/trein (en weer mee terug)
* Tijdens de lunchpauze (rond de dam) is er gelegenheid te eten en je
   kan ook (kort) iets voor jezelf doen. Zorg dat je altijd in groepjes gaat.
* Let op de starttijden en waar je moet zijn (gebruik maps)
* Drank en drugs zijn verboden tijdens de gehele excursie

Slide 2 - Slide

13.3 In evenwicht
leerdoelen:
9. Je beschrijft de invloed van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel op de
     homeostase van het inwendige milieu.
10 Je beschrijft de temperatuurregulatie van het lichaam.
11  Je beschrijft hoe het lichaam de samenstelling van de weefselvloeistof
      constant houdt.
12 Je benoemt de uitscheidingsorganen in het lichaam en beschrijft hun
      functie.

Slide 3 - Slide

Homeostase in elke cel, in elk organisme
Elk lichaam van elk mens en dier zorgt ervoor - via receptoren = inwendige zintuigen, hormonen en zenuwen - dat alle ‘waarden’ in balans zijn. Dus het schommelt voortdurend tussen bepaalde 'gezonde' grenzen:
- Temperatuur
- Bloeddruk en osmotische druk (water en opgeloste stoffen in balans) 
- Kleine stoffen in en om de cellen zoals O2 en CO2 en allerlei ionen.
- Voedingsstoffen in het organisme: glucose – aminozuren – vetzuren enz.
- Afvalstoffen in het organisme die onschadelijk gemaakt moeten worden en
   verwijderd moeten worden zoals Ammoniak, alcohol en radicalen.

Slide 4 - Slide

Veel processen in het lichaam worden goed geregeld en alle 'waarden' van het bloed en de weefsels worden bijna constant gehouden en zorgen voor homeostase: het is een dynamisch evenwicht.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Dynamisch evenwicht
.
Door de regelkringen krijg je een dynamisch evenwicht.

Komt een waarde boven de norm dan gebeuren er automatisch dingen die zorgen dat de waarde verlaagt. 

Wordt de waarde te laag dan gebeuren er automatisch dingen die zorgen dat de waarde weer verhoogt. 

De waarde schommelt rondom de norm = dynamisch evenwicht

Slide 7 - Slide

Homeostase
Het behouden van deze balans noemt men homeostase.

Het evenwicht dat onstaat is een dynamisch evenwicht dat schommelt rondom een normwaarde, dankzij een regelkring.
Homeostase

Slide 8 - Slide

Homeostase
Dit gebeurt voor veel aspecten (temperatuur, hormoonlevels, bloedsuikerspiegel, bloeddruk, etc) door middel van een regelkring met negatieve terugkoppeling.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Negatieve terugkoppeling
Terug naar de norm --> negatieve terugkoppeling
Denk aan:
Temperatuurregeling --> norm = 37°C 
--> te warm --> zweten --> afkoelen


Receptor = zintuig


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Uitscheiding

Lever: uitscheiding van gal met kleurstoffen

Longen: uitscheiding  van koolstofdioxide

Huid: uitscheiding van zweet, water en zout

Nieren: uitscheiding van urine met water, ureum en zouten


Slide 14 - Slide

Hoe heet de eigenschap van het lichaam om inwendige stabiliteit te handhaven?
A
fysiologie
B
controle
C
lichaamstemperatuur
D
homeostase

Slide 15 - Quiz

Wat is homeostase?
A
een negatieve terugkoppeling van een regelkring
B
een positieve terugkoppeling van een regelkring
C
het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het lichaam
D
De samenwerking tussen hormoonstelsel en zenuwstelsel

Slide 16 - Quiz

In welk orgaan wordt de homeostase gecoördineerd?
A
hypothalamus
B
hypofyse
C
lever
D
nieren

Slide 17 - Quiz

Wat is de reactie van de huid via het cz als de koude-zintuigen in de huid geprikkeld worden?
A
zweten en bloedvat-spieren trekken samen
B
zweten en bloedvat-spieren ontspannen
C
kippenvel en bloedvat-spieren trekken samen
D
kippenvel en bloedvat-spieren ontspannen

Slide 18 - Quiz

Welke biologische term wordt gebruikt voor de remmende werking die onder andere met pijl 2 wordt aangegeven?
A
feedback loop
B
negatieve terugkoppeling
C
inhibitie
D
homeostase

Slide 19 - Quiz

Welke twee hormonen zorgen voor de homeostase bij de bloedsuikerspiegel
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen

Slide 20 - Quiz

zelf aan de slag
Kijk naar het huiswerk in Magister en ga aan de slag.
Belangrijk: Sta stil bij wat je niet snapt! Stel vragen!

Herkansing biologie? 

Slide 21 - Slide