Thema 4 voedsel en vertering herhaling basisstof 1,2 & 4

Welkom
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Herhalen van basisstof 1,2 & 4
  •  Samen opdracht 31 en 34 nakijken/maken
  • Zelf aan de slag met afmaken van basisstof 1,2 & 4

Slide 2 - Slide

Biotechnologie wordt gebruikt bij het maken van voeding.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 4 - Quiz

Enzymen kunnen
A
knippen OF plakken
B
knippen EN plakken
C
knippen EN DAN plakken
D
ALLEEN knippen

Slide 5 - Quiz

Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de enzymconcentratie bij temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de enzymconcentratie gelijk.
B
Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de concentratie van het enzym toeneemt.
C
Tussen Q en R neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.

Slide 6 - Quiz

Wat is conserveren?
A
Omstandigheden ongunstig maken voor schimmels en bacteriën
B
Het vermeerderen van schimmels en bacteriën
C
Voedsel opeten
D
Omstandigheden gunstig maken voor schimmels en bacteriën

Slide 7 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van conserveren?
A
inblikken, kleurstof toevoegen, ontdooien en steriliseren
B
inblikken, drogen, steriliseren en pasteuriseren
C
zuur toevoegen, steriliseren, schillen en drogen
D
zuur toevoegen, zout toevoegen, vacuüm verpakken en schillen

Slide 8 - Quiz

Enzymen worden verbruikt tijdens de vertering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN manier van conserveren?
A
Drogen
B
Pasteuriseren
C
Vacuüm verpakken
D
Ontdooien

Slide 10 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 11 - Quiz

Wat voor manier van conserveren is hier gebruikt?
A
Drogen
B
Verhitten
C
Koelen
D
Vacuüm verpakken

Slide 12 - Quiz

Voedingsmiddelen zijn de producten die je kan eten en drinken.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Voedingsmiddelen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsstoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Kan één voedingsstof uit meerdere voedingsmiddelen bestaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
C
Alle bruikbare stoffen uit voedingsmiddelen

Slide 16 - Quiz

Deze voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
Alle voedingsstoffen
B
Water, mineralen eiwitten en vitaminen
C
Koolhydraten, vetten eiwitten en vitaminen
D
Alleen koolhydraten en vetten

Slide 17 - Quiz

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitaminen en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 18 - Quiz

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen opnemen in het bloed.

Slide 19 - Quiz

Mineralen en vitaminen kunnen zonder vertering worden opgenomen in het bloed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat is geen voedingsmiddel
A
kraanwater
B
een bakje yoghurt
C
vitamine pil
D
koolhydraten

Slide 21 - Quiz

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd.
Mineralen

Eiwitten
Vetten

Water
Koolhydraten
Vitaminen

Slide 22 - Drag question

Verteringssappen worden gemaakt door
A
darmkanaal
B
verteringsklier
C
verteringsproducten
D
verteringssappen

Slide 23 - Quiz

Als je zetmeel aantoont met een indicator wordt het blauwzwart.

Welke indicator gebruik je?
A
zout
B
jodiumoplossing
C
klakwater
D
suiker

Slide 24 - Quiz

Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren

Slide 25 - Quiz

Rest van de les
Maak basisstof 1,2 en 4 volledig af als je dit nog niet gedaan hebt?

Klaar met de opdrachten? Maak een samenvatting van basisstof 1,2 en 4

Slide 26 - Slide