10. 19 nov: ZV4B: Herhalingsweek 1

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4B

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4B

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
  • Mededeling huiswerk
  • Herhalingsprogramma
Vandaag dinsdag 19 november:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Mededeling huiswerk: 

Je kunt je eigen huiswerk thuis nakijken. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
26 Recensie

Taal
9 Framing

Literatuur
Literair werk lezen
1 De kunst van lezen en schrijven
2 Fictie en werkelijkheid
3 Literaire genres
In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 4 - Slide

zv4b
Communiceren doe je samen 2
Recensie (les 26)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van een recensie:

  1. feitelijke beschrijving
  2. jouw respons/mening
  3. raad het boek aan of af 
Opbouw van een recensie:

  1. Inleiding
  2. kern
  3. slot

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Feitelijk versus waarderend
Feitelijke argumenten: 
Deze argumenten kun je controleren: 
  • Er zitten gaten in het scenario en in de verhaallijnen, waardoor het verhaal niet duidelijk is voor de kijker. 
Waarderende argumenten: 
Deze argumenten kun je niet controleren, op mening gebaseerd:
  • De joker 2  is een een visueel entertainende ervaring, maar stelt qua verhaallijn behoorlijk teleur. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Recensie Middernachtbibliotheek
Lees de recensie.
Schrijf het antwoord van de volgende vragen op in je schrift:
  1. Deel de recensie op in inleiding, kern, slot
  2. Wat is de mening van de recensent?
  3. Waar staan feitelijke argumenten?
  4. Waar staan waarderende argumenten?
  5. Wil je het boek waar deze recensie over gaat nu lezen? Leg uit.
  6. Vind je deze recensie betrouwbaar? Leg je antwoord uit. 
timer
6:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Uitleg
  • Je leest dat de schrijver Matt Haig heet, Brits is en geboren is in 1975.

  • Let op: 
  • Koen Eykhout is dus de recensent: de schrijver van de recensie. 
  • Matt Haig is de schrijver van het boek.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Uitleg
- Middernachtbibliotheek gaat over Nora van 35 jaar die haar leven als mislukt beschouwt.
- De Middernachtbibliotheek is bibliotheek met boeken die gaan over parallelle levens die Nora ook had kunnen leiden. (Bijv. zwemster, rockmuzikant, afgebroken huwelijk, ...)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1. Deel de recensie op in inleiding, kern, slot

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2. Wat is de mening van de recensent?
"Zulke exercities zijn vaker gedaan. Door Simon Vestdijk of Sartre"
"Je adem stokt als Nora haar dode vader aan de lijn heeft + Je gunt elke sterveling..." 

Mening recensent: niet origineel, maar wel de moeite om te lezen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

3. Waar staan feitelijke argumenten?
4. Waar staan waarderende argumenten?
Inleiding: 
  • krachtig wat-als boek > waarderend (krachtig) + feitelijk (wat-als boek)

Slot:
  • Je adem stokt > waarderend
  • prachtig geschreven lezerscadeau > waarderend
  • belang van zelfacceptatie > feitelijk



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

5. Wil je het boek waar deze recensie over gaat nu lezen? Leg uit.
6. Vind je deze recensie betrouwbaar? Leg je antwoord uit. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
  • feitelijke beschrijving
  • jouw respons/mening
  • raad het boek aan of af
 
  • Feitelijk argument 
  • Waarderend argument


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Onderwerp en hoofdgedachte (les 2)

Wat is het verschil?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Onderwerp: één woord of een woordgroep (geeft aan waar de tekst over gaat)

Hoofdgedachte: één zin (geeft aan waar de tekst over gaat)
De hoofdgedachte is nooit een vragende zin!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek pg 35
Lees de tekst en schrijf de antwoorden van de vragen in je schrift. 

  1. Wat is het onderwerp?
  2. Wat is de hoofdgedachte?

timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek pg 37
Antwoorden bespreken

Wat is het onderwerp?
  • Boom krijgt Twitteraccount
Wat is de hoofdgedachte?
  • Boom krijgt Twitteraccount om bewustzijn bij het publiek te creëren (voor de interactie tussen bomen en hun omgeving).

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les

Onderwerp
Deelonderwerpen
Hoofdgedachte
Kernzin

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Tekstsoorten (les 3)

Welke tekstsoorten zijn er? 
Welke tekstdoelen zijn er? 
Welke tekstvormen zijn er? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Tekstsoorten:

  • verhalend
  • feitelijk
  • waarderend

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen:

- informeren
- instrueren
- beschouwen
- overtuigen
- activeren
- amuseren

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Tekstvormen (voorbeelden):

  • betoog
  • advertentie
  • recensie
  • beschouwing
  • column
  • dagboek

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les

Tekstsoorten
Tekstdoelen
Tekstvormen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Inleiding, kern, slot (les 4)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
  1. Geef twee manieren hoe een schrijver de aandacht kan trekken in een inleiding. 
  2. Geef twee manieren hoe een schrijver de lezer kennis laat maken met het onderwerp in de inleiding.
 


timer
2:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
1. anekdote
2. opvallende stelling of mening
3. actuele gebeurtenis
4. het voordeel voor de lezer

- kennismaking met het onderwerp > hoe? pg 60
- richting geven aan de tekstopbouw
- idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekstopbouw
Middenstuk/kern
- uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen
- uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
- de afronding
 - terugblik op inleiding en de kern
- krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
- vaak de hoofdgedachte

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
kennismaking met het onderwerp = onderwerp introduceren (pg 60): 
- vraag
- voorbeeld geven
- samenvatting
- conclusie
- mening
 - probleemstelling
 - oorzaak gevolg
 - opvallende uitkomst

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les

Titel
inleiding
kern
slot

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Alinea's en verbanden (les 6)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Schrijf 3 soorten tekstverbanden op met een bijpassend signaalwoord. 
timer
2:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Schema handboek pagina 65

Slide 33 - Slide

This item has no instructions


Signaalwoorden/verbindingswoorden: geven verbanden aan tussen alinea's, zinnen en delen van zinnen. 

Functiewoorden zijn geen signaalwoorden!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Alinea-indeling

Alinea:
- enkele zinnen samen
- elke alinea heeft één kernzin

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
alinea
tekstverband
signaalwoord
functiewoord

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
We bekijken zo een filmpje over
het tijdschrift de Donald Duck. 

Er was een wedstrijd: Bedenk een nieuwe buur voor Donald.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Beantwoord de volgende vragen. Schrijf de antwoorden in je schrift:
  1. Verdeel de tekst in inleiding, kern, slot. 
  2. Wat doet de schrijver in de inleiding om aandacht te trekken?
  3. Wat is het onderwerp van de tekst? 
  4. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? 
  5. Wat is het tekstdoel van deze tekst?
  6. In het middenstuk worden verschillende deelonderwerpen toegelicht. In welke deelonderwerpen kun je deze tekst verdelen? 
  7. Bedenk minstens twee titels voor de deelonderwerpen.

timer
10:00

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
1. Verdeel de tekst in inleiding, kern, slot.
Inleiding:


Kern: 


Slot: 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
1. Verdeel de tekst in inleiding, kern, slot.
Inleiding:


Kern: 


Slot: 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
1. Verdeel de tekst in inleiding, kern, slot.
Inleiding:


Kern: 


Slot: 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
1. Verdeel de tekst in inleiding, kern, slot.
Inleiding:


Kern: 
Alles ertussen. 

Slot: 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
2. Wat doet de schrijver in de inleiding om aandacht te trekken?

  • Actuele gebeurtenis: lezersactie

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
3. Wat is het onderwerp van de tekst? 

  • Nieuw stripfiguur (in Donald Duck)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
4. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? 

  • Bij het weekblad Donald Duck is na een wedstrijd een nieuw stripfiguur gekozen. 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
5. Wat is het tekstdoel van deze tekst? 

  • informeren 
  • amuseren

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
6. In het middenstuk worden verschillende deelonderwerpen toegelicht. In welke deelonderwerpen kun je deze tekst verdelen?
  • winnaar 
  • eend van kleur (stond er al in)
  • niet-prijswinnende ontwerpen

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
7. Bedenk nog een titel voor de deelonderwerpen.
  • Winnaar
  • Wedstrijd

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
7. Bedenk nog een titel voor de deelonderwerpen.
  • Andere stripfiguren / niet-prijswinnende ontwerpen

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Kies een van deze vijf figuren. 

Schrijf een tekst van minstens 5 zinnen over dit figuur. Leg uit:
  • Wat zijn/haar karakter is.
  • Wat voor werk hij/zij doet.
  • Wat zijn/haar relatie tot Donald Duck is. 
timer
6:00

Slide 52 - Slide

This item has no instructions