S = Subjectieve gegevens: wat zegt de zorgvrager?
O = Objectieve gegevens: wat zijn jouw observaties?
A = Analyse: beoordeling van het probleem
P = Plan: probleemoplossing, wat ga je doen
S: Meneer zegt dat hij zich moe voelt
O: Mevrouw had 39 °C koorts
A:Meneer Haverbeek was erg somber vandaag. Ik denk dat hij het moeilijk had met alleen zijn.
P:Na overleg met de huisarts hebben we besloten mevrouw Gerritsen bedrust te laten houden. Bij een temperatuur boven de 40 °C dokter Kramer waarschuwen. Vanavond en vannacht temperatuur opnemen.