kader 3 thema 3 Toets op ipad

Toets thema 3 (lesuur 9)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Toets thema 3 (lesuur 9)

Slide 1 - Slide

Programma 31 jan.
Lesuur 8: (13:55 - 14:30 uur)
Vragen stellen aan docent
LessonUp van docent op laptop
Voorbereiden op toets

Lesuur 9: (14:40 - 15:25 uur)
Toets thema 3 op laptop

Slide 2 - Slide

Iemand heeft voor een eigenschap genotype Aa. Wat voor genotype is dit?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 3 - Quiz

Het fenotype is?
A
Alleen erfelijk
B
Erfelijk en invloeden van de omgeving
C
Alleen de invloeden van de omgeving

Slide 4 - Quiz

Homozygoot is?
A
twee verschillende genen
B
twee dezelfde genen
C
een gen die dominant is en een gen die recessief is

Slide 5 - Quiz

Wat is een dominant gen?
A
een gen dat niet tot uiting komt
B
een gen dat veranderd is
C
een gen dat wel tot uiting komt
D
een gen die niks doet

Slide 6 - Quiz

Welk genotype is homozygoot dominant?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
Aa

Slide 7 - Quiz


Wat is een intermediair fenotype?
A
Beide genen voor een erfelijke eigenschap zijn dominant en komen tot uiting.
B
Beide genen voor een erfelijke eigenschap zijn recessief en komen niet tot uiting.

Slide 8 - Quiz

Wat is het intermediaire genotype van de middelste leeuwenbek?
A
KwKw
B
KrKr
C
KwKr
D
Roze

Slide 9 - Quiz

Wat betekenen de symbolen P en F1 in een kruisingsschema?
A
P is de vader en F1 is de moeder
B
P zijn de kinderen en F1 zijn de ouders
C
P zijn de ouders en F1 zijn de kinderen

Slide 10 - Quiz

Kijk goed naar dit kruisingsschema. Wat is het genotype van de oudergeneratie (P)?
A
Aa, Aa
B
AA, Aa
C
AA, aa
D
AA,AA

Slide 11 - Quiz

Wat is evolutie?
A
Het veranderen van een individueel organisme
B
De ontwikkeling die een organisme doormaakt
C
Het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
Het groter worden van een populatie

Slide 12 - Quiz

Hoe krijg je variatie in genotype?
A
Ongeslachtelijke voortplanting
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 13 - Quiz

Natuurlijke selectie is?
A
Organismen kiezen de eigenschappen die ze nodig hebben
B
Organismen met gunstige eigenschappen overleven vaker.
C
God heeft de wereld geschapen
D
Organismen krijgen uit het niets nieuwe eigenschappen

Slide 14 - Quiz

Wanneer behoor je tot één soort?
A
Een groep organismen die zich onderling kan voortplanten.
B
Een groep organismen die te verdelen is in een aantal kleinere groepen.
C
Een groep organismen die voor nakomelingen kan zorgen die zich ook kunnen voortplanten.
D
Een groep organismen die sterk op elkaar lijken.

Slide 15 - Quiz

Behoren de katachtigen op de
afbeelding tot dezelfde soort,
hetzelfde ras of geen van beide?
A
Dezelfde soort
B
Hetzelfde ras
C
Geen van beide

Slide 16 - Quiz

Biotechnologie wordt toegepast op:
A
voedingsmiddelen
B
geneesmiddelen
C
hormonen
D
enzymen

Slide 17 - Quiz

Wat is genetische modificatie?
A
Zorgen dat een organisme maar één soort nakomelingen krijgt
B
Het plaatsen van genetische informatie van het ene naar het andere organisme
C
Schimmels bestrijden met een nieuw chromosoom
D
Het klonen van een bevruchte eicel.

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een transgeen?
A
Iemand die een appel eet en dus appel-DNA binnenkrijgt
B
Een kip die als embryo een gen tot snelle groei heeft gekregen
C
Een koe die genetisch gemodificeerd gras eet

Slide 19 - Quiz

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het genotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 20 - Quiz

Stappen: toets
Ga naar Learnbeat

Gebruik evt. uitgedeelde kladblaadje voor kruisingsschema´s.

Klaar met toets? -> Controleer alle antwoorden en lever toets in.
Ga iets voor jezelf doen zonder geluid, leg je oortjes op rand tafel

SUCCES met de toets!!

Slide 21 - Slide