Taal- en rekendidactiek les 7

Taal- en rekendidactiek les 7
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taal- en rekendidactiek les 7

Slide 1 - Slide

Basisbewerkingen getallen
Optellen
Aftrekken
Vermenigvuldigen 
Delen

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen cijfers en getallen?

Slide 3 - Open question

Cijfers en getallen
Cijfers zijn symbolen om getallen weer te geven
0-1-2-3-4-5-6-7-8-9
Is 10 een cijfer of een getal?

Slide 4 - Slide

Getalbegrip
Het vermogen om de waarde van getallen en hun onderlinge relaties te begrijpen

Aantal | hoeveelheid | grootte | volgorde | lengte | gewicht | tijd

Slide 5 - Slide

Voorbeeld van telwoorden

Slide 6 - Mind map

Telwoord
Telwoorden zijn woorden die een aantal of een volgorde weergeven. Sommige telwoorden geven een precies aantal weer. Andere geven een positie of een vergelijking weer.

Slide 7 - Slide

Rekenen
Schattend rekenen
Handig rekenen
Schriftelijke rekenen
Rekenmachine

Slide 8 - Slide

Schattend rekenen
Uit het hoofd berekenen wat het antwoord ongeveer moet zijn. Als leerlingen schatten, maken ze gebruik van hun kennis van getallen en bewerkingen,
2x397=ongeveer 800

Slide 9 - Slide

Handig rekenen
Hoofdrekenen waarbij gebruik wordt gemaakt van eigenschappen van getallen en bewerkingen
32+19=32+20-1
18x15=9x30
12+39+8=20+39

Slide 10 - Slide

Schriftelijk rekenen
Kolomrekenen: onder elkaar optellen van eenheden, tientallen, honderdtallen enz.
Cijferend rekenen: onder elkaar optellen van losse cijfers van rechts naar links, niet met de waarde van de getallen.

Slide 11 - Slide

Hulpmiddelen en begeleiding
Leerlingen in de onderbouw maken hierbij vooral gebruik van de getallenlijn. Het is belangrijk dat ze leren ordenen, structureren en vergelijken.
In de bovenbouw staat de verhouding tussen breuken, procenten en decimalen centraal.

Slide 12 - Slide

Meten en meetkunde
Wat kan je met al die getallen? Dat staat centraal bij meten en meetkunde.
Meten is het berekenen van meetkundige eigenschappen van vormen en objecten

Slide 13 - Slide

Metriek stelsel

Slide 14 - Mind map

Metriek stelsel
Gewicht | Inhoud | Oppervlakte | Lengte
Ook andere grootheden als: tijd, geld, snelheid, temperatuur

In de onderbouw gebeurt dit natuurlijk spelenderwijs

Slide 15 - Slide

Meetkunde
Kennis van objecten en oriëntatie in de ruimte: vormen, projecties, plaats van objecten, routes en patronen

Activiteiten: bouwen, knippen, vouwen, routes
plattegrond, schaal, van 2D naar 3D, ruimtelijke figuren

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Maak de rekentoets en check je eigen kennis

Ga aan de slag met je portfolio en het educatief materiaal (DA)

Slide 17 - Slide