What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H5 energie opslaan en gebruiken les 2
Zet op volgorde van minste naar meeste energie
Meeste caloriën
Minste calorieën
nr 2
Nr. 3
100 gram slagroom
100 gram water
100 gram aardappel
100 gram mager rundergehakt
1 / 45
next
Slide 1:
Drag question
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zet op volgorde van minste naar meeste energie
Meeste caloriën
Minste calorieën
nr 2
Nr. 3
100 gram slagroom
100 gram water
100 gram aardappel
100 gram mager rundergehakt
Slide 1 - Drag question
Slide 2 - Slide
kcal en kJ
1 kcal = 4,2 kJ
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Energie kan dus van de ene vorm in de andere omgezet worden. Jouw lichaam zet bv. chemische energie om in andere chemische energie (ATP) en in warmte.
Slide 5 - Slide
Fotosynthese = glucose, en dan?
Andere suikers (Vervoer via bastvaten)
Zetmeel (Opslag, in bladeren en wortels en knollen)
Cellulose (Opbouw celwanden, voedingsvezels!)
Eiwitten (Opslag in zaden)
Vetten (Opslag in zaden)
Wat kan je het beste eten om voldoende eiwitten binnen te krijgen?
Vlees natuurlijk haha ;-)
Maar daarna zijn zaden zoals bonen en noten het beste.
Slide 6 - Slide
Herhaling 5.1
Slide 7 - Slide
Waarom slaat je lichaam de meeste reserve-energie niet op als koolhydraat maar als vet?
A
Omdat vet makkelijker te verbranden is
B
Omdat vet makkelijker te maken is
C
Omdat vet makkelijker verteerbaar is
D
Omdat vet per gram meer energie bevat
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
ADH van vitamines betekent...
A
aanvaardbare dagelijkse hoeveelheid
B
aanvaardbare dagelijkse houdbaarheid
C
acceptabele dagelijkse hoveelheid
D
aanbevolen dagelijks hoeveelheid
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Leg het verband uit tussen de ruststofwisseling en de hoeveelheid calorieën die je per dag moet eten.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Welke voedingsstoffen bevatten energie?
Slide 16 - Open question
4
Slide 17 - Slide
5.2
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Slide
Wat is ATP?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
- kost energie (er wordt ATP voor gebruikt)
- gaat door speciale transport eiwitten in een semipermeabel membraan (celmembraan)
- gaat tegen de concentratie gradient in.
Slide 26 - Slide
Hoe kom je aan ATP?
ADP en P zweven altijd rond in de cel en in de mitochondriën
Deze kunnen met een beetje energie aan elkaar worden gekoppeld tot ATP.
Deze energie komt van
de verbranding.
Maar er is nog een
andere manier: creatinefosfaat.
Slide 27 - Slide
Waar halen je spieren energie vandaan?
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
BINAS tabel 90A
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie. Welke is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met
C
Aeroob is met glucose Anaeroob is zonder
D
Aeroob is zonder glucose Anaeroob is met
Slide 33 - Quiz
Noteer in je schrift...
De reactievergelijking van de aerobe dissimilatie
De reactievergelijking van de anaerobe dissimilatie
zet er achter hoeveel moleculen ATP er vrijkomen
Maak een foto als je klaar bent, voor controle.
Slide 34 - Slide
Schrijf op en stuur een foto:
De reactievergelijking van de aerobe dissimilatie
De reactievergelijking van de anaerobe dissimilatie
Slide 35 - Open question
Wat levert het meeste energie op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie
Slide 36 - Quiz
Dus... welke vorm van dissimilatie gebruikt de meeste glucose moleculen om een bepaalde hoeveelheid energie (ATP) te produceren?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Slide
Waaruit bestaat een glycogeen molecuul en waar in het lichaam bevindt zich glycogeen?
Slide 39 - Open question
Slide 40 - Slide
Andere stoffen verbranden
Ook
eiwitten en vetten
kan je in de mitochondriën verbranden
Dat kan
alleen met aerobe dissimilatie
Aminozuren worden
alleen in de lever
verbrand, vetten in bijna alle cellen (behalve hersencellen)
Slide 41 - Slide
Proces van eiwit- en aminozuurafbraak
Eiwitafbraak (tot aminozuren) gebeurt overal in het lichaam
Van de aminozuren worden nieuwe eiwitten gemaakt
Bij verbranding van aminozuren in de lever: Ammoniak wordt geproduceerd en omgezet in ureum (CH₄N₂O)
Slide 42 - Slide
2 NH3 wordt 1 ureum -> naar bloed, en dan naar urine
Slide 43 - Slide
Waar of niet waar?
Een voorbeeld van anaerobe dissimilatie is alcoholgisting.
A
waar
B
niet waar
Slide 44 - Quiz
Klaar!
Deze les ging over:
Vet versus koolhydraat als opslag
ATP
Aerobe en anaerobe dissimilatie
Energie in de spieren
Slide 45 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 5 - Voeding en energie
June 2022
- Lesson with
51 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herh. H5: 5.2 en 5.5 Dissimilatie
May 2023
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
havo 4 oefenen H5 voeding en energie
June 2022
- Lesson with
23 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§5.2 - Energie uit je voedsel
October 2024
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H5 voeding en energie les 3
January 2020
- Lesson with
34 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
5.1 + 5.2 voeding_Nectar
August 2024
- Lesson with
40 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
19.3 Energieproductie zonder zuurstof
June 2022
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
5.2 De energie in je voedsel
January 2024
- Lesson with
38 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4