2.6 Lenen en betalen

H2 Thuis in geldzaken
2.6 Lenen en betalen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 Thuis in geldzaken
2.6 Lenen en betalen

Slide 1 - Slide

Lesdoel: 
In deze paragraaf leer je wat de voordelen en nadelen zijn van lenen bij de bank. 

Slide 2 - Slide

Sparen achteraf:
We lezen de tekst op bladzijde 35, en maken vervolgens opdracht 1 van de introductievragen. 

Slide 3 - Slide

Vraag 1:
  • A. Hij kan direct een andere auto kopen.
  • B. Eigen antwoord: bijv. ja, met sparen kom je nooit toe aan een dure aankoop. Of nee, Lenen kan tot financiële problemen leiden. 
  • C. Als je geld leent, moet je daarna geld opzijleggen voor de rente en aflossing.   

Slide 4 - Slide

Hogere inkomsten en inflatie:
We lezen de tekst op bladzijde 35, en maken vervolgens opdracht 2 van de introductievragen. 

Slide 5 - Slide

Vraag 2:
  • A. €20.800 - €20.000 = €800
    (€800 : €20000) x 100 = 4%
  • B. Als hij wacht met kopen, moet hij meer betalen voor de auto. 
  • Een belemmering, want als hij na afloop van deze baan geen werk vindt, wordt de betaling van de rente en aflossing moeilijker.   

Slide 6 - Slide

Vragers en aanbieders van geld:
We lezen de tekst op bladzijde 35, en maken vervolgens opdracht 3 van de introductievragen. 

Slide 7 - Slide

Vraag 3:
  • A. De bank betaalt spaarders een lager percentage rente dan hij van leners ontvangt en dat betekent winst. 
  • B. De boer wil lenen om te investeren; de overheid wil lenen vanwege het tekort op de rijksbegroting en de particulier wil lenen om een auto te kopen.  

Slide 8 - Slide

De persoonlijke lening:
We lezen de tekst op bladzijde 35, en maken vervolgens opdracht 4 van de introductievragen. 

Slide 9 - Slide

Vraag 4:
  • A. €369 per maand.
  • B. 48 x €369 = €17.712
  • C. 17.712 - €15.000 = €2.712
  • Omdat het totale aflossingsbedrag wordt verdeeld over minder maanden. 

Slide 10 - Slide

Oppassen met lenen:
We lezen de tekst op bladzijde 35 en maken vervolgens opdracht 5 van de introductievragen. 

Slide 11 - Slide

Vraag 5:
  • A. Nee, want 48 x €73 (alleen rente) + €15.000 (aflossing) = €18.504. Dat is meer dan €17.712.
  • B. Bijv. of de aflossing van de lening misschien is weggelaten in de maandelijkse termijn.  

Slide 12 - Slide

Maken voor de volgende les:

Maken opdracht 6 t/m 11 op bladzijde 36 en 37.

Slide 13 - Slide