4.5 de nieren en de samenhang

Hoofdstuk 4 'De bloedsomloop'
  1. Bloed
  2. De bloedvaten
  3. De bloedsomloop
    herhaling basisstof 1, 2 en 3
  4. Het hart
  5. De nieren en samenhang
  6.  Afweer
    Proeftoets en werk controle
  7. Toets
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 'De bloedsomloop'
  1. Bloed
  2. De bloedvaten
  3. De bloedsomloop
    herhaling basisstof 1, 2 en 3
  4. Het hart
  5. De nieren en samenhang
  6.  Afweer
    Proeftoets en werk controle
  7. Toets

Slide 1 - Slide

Doel vorige les
  • Je kunt delen van het hart benoemen
    in een afbeelding.
  • Je kunt beschrijven hoe het hart bloed
    door het lichaam pompt. 




 

Slide 2 - Slide

De bovenste holle ader en onderste holle ader komen samen in de rechterboezem.
A
waar
B
onwaar

Slide 3 - Quiz

De linkerkamer stuurt het bloed naar de aorta.
A
waar
B
onwaar

Slide 4 - Quiz

De kleine bloedsomloop:
A
beslaat het hele lichaam
B
beslaat alleen de longen en het hart

Slide 5 - Quiz

De dubbele bloedsomloop heet zo, omdat...
A
Het bloed 2x door het hart gaat
B
Het bloed gaat door 2 benen

Slide 6 - Quiz

De grootste slagader in je lijf, heet de:
A
holle ader
B
aorta

Slide 7 - Quiz

de grootste ader in je lijf heet:
A
holle ader
B
aorta

Slide 8 - Quiz

De holle ader die van boven komt, heet...
A
onderste holle ader
B
bovenste holle ader

Slide 9 - Quiz

De bovenste holle ader heet zo omdat alle aders hierin samenkomen die boven je hart zitten.
A
waar
B
onwaar

Slide 10 - Quiz

Doel deze les
  • Je weet hoe de nieren werken.  

Slide 11 - Slide

Uitleg basisstof 5 'De nieren'
Uitscheiding: Er gaan afvalstoffen je lichaam 
uit d.m.v. urine. 
Koolstofdioxie verlaat je lichaam door je 
longen. 
Je nieren: die halen andere afvalstoffen uit je
bloed en maken er urine van. 

De longen en de nieren zorgen ervoor dat afvalstoffen je lichaam verlaten. 

Slide 12 - Slide

Uitleg basisstof 5 'de nieren'
  • Je hebt 2 nieren. 
  • Ze liggen in je buikholte. 1 links en 1 rechts.
  • Ze maken urine van afvalstoffen. 
  • Schoonbloed gaat terug naar het hart via
    nierader. 
  • De urineleiders brengen de urine naar
    de urineblaas. Als deze vol is moet je
    plassen. Via de urinebuis verlaat de urine
    je lichaam. 

Slide 13 - Slide

De werking van je nieren

Slide 14 - Slide

Samen lezen
Zorg dat je weet waar we zijn, des te sneller kunnen we aan je huiswerk beginnen. 

Blz 202, 203, 204, 205
Online de tekst bij opdrachten 1 - 7

Je mag meteen de opdrachten invullen. 


Slide 15 - Slide

samen maken 'Samenhang'
blz 213 - 214
Samen lezen en invullen van de opdrachten 'Gezond op reis'. 

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Basisstof 5 en samenhang afmaken. 

Slide 17 - Slide

Wat doen je nieren?
A
Je nieren filteren je bloed. Ze halen de schadelijke stoffen eruit en de goede stoffen houden ze in je lichaam.
B
Je nieren filteren je bloed. Ze halen de goede stoffen uit je bloed en verwijderen die via de urine.

Slide 18 - Quiz

Bij mannen is de urine buis korter dan bij vrouwen?
A
Waar
B
Onwaar

Slide 19 - Quiz

Wat bewaart de urine?
A
De nierleiders
B
De nierslagader
C
De nierblaas
D
De nieraders

Slide 20 - Quiz

Dit vervoert urine vanaf de urineblaas tot buiten het lichaam
A
nieraders
B
nierslagaders
C
nierleiders
D
nierblaas

Slide 21 - Quiz

Hoe komt het dat je urine overdag vaak lichter is dan in de ochtend?
A
Je drinkt te weinig
B
Je drinkt overdag meer

Slide 22 - Quiz