W38. Over Taal Blok 3

Planning
- Instructie
- Zelfstandig werken
- Afsluiting les
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
- Instructie
- Zelfstandig werken
- Afsluiting les

Slide 1 - Slide

De vorige les 
- Samenstelling en figuurlijk taalgebruik 
- Wat is een samenstelling?
- Wat is figuurlijk taalgebruik? 

Slide 2 - Slide

Voorvoegsels en achtervoegsels

On- is een voorvoegsel. Een voorvoegsel kun je voor een woord zetten. De betekenis van het woord verandert dan.
Een woord kan ook een achtervoegsel krijgen, bijvoorbeeld -baar.

Het voor- of achtervoegsel kan je helpen om achter de betekenis van het woord te komen. Voor- en achtervoegsels hebben een vaste betekenis.

Slide 3 - Slide

Voorvoegsel en achtervoegsel
Wanorde
Ongelijk
Respectvol
Gewichtloos

Slide 4 - Slide

Wat is GEEN voorvoegsel?
A
bij
B
ex
C
her
D
ont

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorvoegsel?
A
Een woord voor een ander woord
B
Een klein stukje voor het woord bijv. on of her
C
Iets wat achter een woord staat

Slide 6 - Quiz

Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:






mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is geen verwijswoord?
A
ze
B
deze
C
zeker
D
zij

Slide 9 - Quiz

Wat zijn verwijswoorden?
A
Een woord dat een schuldige aanwijst
B
Een groepje woorden.
C
Een woord dat verwijst naar een ander woord of stukje tekst.
D
Een woord dat gebruikt wordt om de tekst beter leesbaar te maken.

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken
- Zelfstandig werken maken alle opdrachten van 3.9 en 3.10 
- Klaar? Quizlet oefenen staat op SOM. 

Slide 11 - Slide