Ontleed de komende zinnen...
Noteer de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow), het werkwoordelijk gezegde (wg), het lijdend voorwerp (lv), het meewerkend voorwerp (mv) en bijwoordelijke bepalingen gescheiden door een komma (bwb). Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een kruisje (x).