Bewegen is gezond. Je krijgt een goede conditie. Goed bewegen leer je als je nog jong bent.
Slide 3 - Slide
Lichaamshouding
De manier waarop je staat en zit, is je lichaamshouding.
Het gaat vooral om je rug, schouders, hoofd en heupen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Goed zitten
Door een verkeerde lichaamshouding kun je pijn krijgen.
Als je aan een tafel werkt, is de houding van je armen en benen belangrijk.
Dit is een goede zithouding -->
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Tips voor goed gebruik van een beeldscherm
1. Houd je hoofd rechtop, met het beeldscherm recht voor je.
2. Gebruik het scherm niet langer dan een half uur achter elkaar.
3. Ga op je buik liggen bij lezen, tv-kijken en gamen.
4. Ga voor op de stoel zitten. Steek één voet naar achteren, zodat je knie naar de grond wijst. Wissel af en toe.
Slide 8 - Slide
Tien regels voor goed tillen
1. Buk en til niet onnodig.
2. Gebruik hulpmiddelen.
3. Til niet teveel in één keer.
4. Zorg dat er niets in de weg staat als je gaat lopen.
5. Sta steeds recht voor hetgeen je wil tillen.
6. Til nooit met een gedraaide rug.
Slide 9 - Slide
Tien regels voor goed tillen
7. Til met twee handen en houd wat je wilt tillen zo dicht mogelijk bij je lichaam.
8. Buig niet verder dan nodig voorover en gebruik ook je beenspieren.
9. Til niet met gestrekt armen en niet hoger dan schouderhoogte.
10. Luister naar je lichaam: neem signalen serieus. Je voelt zelf het best wat je rug wel en niet kan hebben.
Slide 10 - Slide
SAMENHANG
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Hoofdstuk 7 - Blessures
Bij sporten gaat soms iets verkeerd. Je kunt een blessure oplopen. Ook kun je na het sporten spierpijn hebben.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Blessures
Spierscheuring
Botbreuken
Verzwikking
Kneuzing
Ontwrichting
Slide 17 - Slide
Spierscheuring
Spierscheuring - Door een sterke inspanning of plotselinge beweging kun je een spierscheuring oplopen. De spier is dan erg beschadigd en herstelt weer door veel rust.
Slide 18 - Slide
Botbreuken
Met een röntgenfoto kan gekeken worden of een bot gebroken is. Een arts kan dan zien waar de breuk zit. Soms moet het bot weer in de goede stand gezet worden. Vaak kan na zes weken het gips er weer af.
Slide 19 - Slide
Verzwikking
Als je door je enkel gaat, noem je dat een verzwikking. De voet wordt dan dik. Dit heet een zwelling. Bij een zwelling helpt het om de voet te koelen.
Slide 20 - Slide
Kneuzing
Een kneuzing ontstaat vaak door een val, duw, stomp of trap. Je krijgt dan een blauwe plek. Bij een kneuzing kun je ook een zwelling krijgen, bijvoorbeeld een bult op je hoofd. Koelen helpt bij een kneuzing.
Slide 21 - Slide
Ontwrichting
Bij een ontwrichting schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom. Je kunt dat bijvoorbeeld krijgen als je verkeerd op je arm valt. Een arts moet de arm dan weer in de kom brengen.
Slide 22 - Slide
Blessures voorkomen
Je kunt een sportblessure voorkomen door bijvoorbeeld een warming-up te doen voor een training met rekoefeningen voor je spieren. Na een training kun je het beste een cooling-down doen.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Hoofdstuk 8 - Beenverbindingen
Tussen veel botten zitten gewrichten, bijvoorbeeld in je knie en in je elleboog. Maar botten kunnen ook op andere manier aan elkaar zitten.