What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4.7 en 2.7 Woordsoorten
timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
Slide 1 - Slide
Woordsoorten
Bij grammatica kun ook de
losse woorden
in de zin benoemen. Ieder los woord hoort bij een
woordsoort
.
Slide 2 - Slide
Welke woordsoorten ken je?
Slide 3 - Mind map
Zelfstandig oefenen met de woordsoorten van §2.7, §4.7, §5.7
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
werkwoord (ww)
voorzetsel (vz)
persoonlijk voornaamwoord (psv)
bezittelijk voornaamwoord (bzv)
Slide 4 - Slide
Woordsoorten §2.7
Slide 5 - Slide
Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden:
de, het, een.
De
en
het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.
Slide 6 - Slide
Wat is het bepaald lidwoord of wat zijn de bepaalde lidwoorden?
A
een
B
de
C
de, het
D
een, de
Slide 7 - Quiz
Zelfstandig naamwoord
Mensen
(tante, arts, ...)
Dieren
(hond, vlinder, ...)
Planten
(klimop, den, ...)
Dingen
(tafel, vaas, ...)
Begrippen
(liefde, hoop, ...)
Eigennamen
(Audi, Tim, Rome, ...)
Slide 8 - Slide
Hoe herken je een zelfstandig naamwoord?
Je kunt er een lidwoord (de-het-een) voor zetten
Je kunt het meestal in het meervoud zetten
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken
appel:
de
appel - appel
s
- appel
tje
Slide 9 - Slide
Sleep de woorden naar het juiste vak
mensen
dieren
planten
dingen
begrippen
eigennamen
talent
kat
stoel
Roos
Ameland
roos
oom
gymschoen
wiskundeleraar
lieveheersbeestje
tegenslag
kastanjeboom
Slide 10 - Drag question
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
A
Paard, hond, lopen
B
laptop, bijna, boekenkast
C
school, gemeen, huiswerk
D
tante, Nike, stoffer
Slide 11 - Quiz
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
verdriet
B
grond
C
rommelig
D
batterij
Slide 12 - Quiz
Ik weet nu wat een zelfstandig naamwoord is
Ja
Een beetje
Nee
Slide 13 - Poll
Werkwoord
Het hele werkwoord wordt infinitief genoemd.
Een werkwoord kun je ook vervoegen, dan verandert het van vorm:
hij praat, jij rent, wij vlogen, ik heb gefietst.
Slide 14 - Slide
Werkwoord
De meeste werkwoorden drukken een handeling uit:
praten, vertrekken, zwaaien.
Dit zijn echte
doe-woorden.
Andere werkwoorden drukken een gebeurtenis uit:
staan, blijven, regenen
Slide 15 - Slide
Sleep alle werkwoorden naar "Werkwoorden" en alles wat geen werkwoord is naar "Geen werkwoord".
Werkwoorden
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
willen
zijn
hond
goederen
houden
is
gebouwd
schrijfwerk
Slide 16 - Drag question
Ik weet nu wat een werkwoord is
Ja
Een beetje
Nee
Slide 17 - Poll
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
sportiviteit
olifant
plastic
lage
rijke
bloem
groene
alumium
wiskundedocent
computerscherm
rare
boekenkast
Slide 18 - Drag question
... de kast
... de vakantie
uit
op
na
in
achter
bij
voor
naast
onder
vanwege
aan
tijdens
Slide 19 - Drag question
Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen en benoemen in een zin
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
More lessons like this
Woordsoorten 2.7
February 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten 2.7
November 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten 21-22
November 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten
March 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
lw/zn/ww t1
May 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
4.7 Woordsoorten BN/VZ/TW
May 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten 4.7 BN/VZ/TW
March 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten 2.7
May 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1