4.1 VanderWaals

Moleculaire stoffen
                                            Hoofdstuk  4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Moleculaire stoffen
                                            Hoofdstuk  4

Slide 1 - Slide

Deze week maken:
Les 1 §4.1: 2, 3, 6, 7 of 8, 10
Les 2 §4.2: 11, 14, 18, 19, 20 of 21, 23
Les 3: Beg.les Opdracht 8 + 9 + 10

Slide 2 - Slide

Welke stof is een moleculaire stof?
A
Mg
B
PbNO3
C
NaCl
D
C4H10

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort rooster is hiernaast afgebeeld?
A
ion rooster
B
metaalrooster
C
molecuulrooster

Slide 4 - Quiz

Wat is de covalentie van koolstof (C)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Johannes Diderik 
van der Waals
Docent 
Natuurkunde
Nobel prijs
Vanderwaalskrachten zijn relatief zwakke elektromagnetische krachten tussen moleculen.

Slide 6 - Slide

Kookpunt
De kookpunten van moleculaire stoffen verschillen van elkaar. 

Suiker = vast
Olijfolie = vloeibaar
Koolstofdioxide  = gas

Hoe komt dit?

Slide 7 - Slide

Vanderwaalsbinding
  • Aantrekkingskracht ( de Vanderwaalskracht) tussen moleculaire stoffen
    (dus niet aanwezig bij metalen of zouten!)
  • Door deze krachten ontstaat de Vanderwaalsbinding.

  • Relatief zwakke binding. 

  • Hoe groter de molecuulmassa, des te sterker de vanderwaalsbinding.



Slide 8 - Slide

Fase-overgang

  • Bij een fase-overgang blijven de moleculen hetzelfde (atoombinding blijft intact).
  • De afstand tussen deeltjes veranderd -> Vanderwaalsbinding (molecuulbinding).
  • Hoe dichter op elkaar, hoe sterker  de V/d waalsbinding.

Slide 9 - Slide

Tekst

t

t
Rijpen
Sublimeren
Condenseren
Verdampen
Smelten
Stollen

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Link

Van der Waals kracht
In de vaste fase en de vloeibare fase zitten de moleculen in een stof dicht op elkaar doordat ze elkaar aantrekken. 
Deze aantrekkingskracht heet de vanderwaalskracht. 
Door de vanderwaalskracht ontstaat een binding die de vanderwaalsbinding heet. 
Als je de temperatuur van een stof verhoogt, gaan de moleculen sneller bewegen. Als een stof verdampt, wordt de vanderwaalsbinding verbroken en komen de moleculen los van elkaar.

Slide 12 - Slide

Wat gebeurt er met de Vanderwaalsbinding als suiker wordt opgelost in thee.
A
verbreekt
B
wordt zwakker
C
wordt sterker
D
niets

Slide 13 - Quiz

Het smeltpunt en het kookpunt van een stof zijn eigenschappen op macroniveau. 

De hoogte van het smelt- en kookpunt hangt samen met de sterkte van de vanderwaalsbinding op het microniveau. 

Hoe sterker de vanderwaalsbindingen tussen moleculen in een stof, hoe hoger het kookpunt van die stof. 

Slide 14 - Slide

Hoe groter het molecuul > Vanderwaalskracht

Slide 15 - Slide

Video opdracht
  • Welke onderzoeksvraag hadden de onderzoekers?
  • De onderzoeker gaf aan dat hij het glas kon optillen door alleen de gekko vast te houden. Hoeveel kon hij daarmee minstens tillen?
  • Met welk doel wordt onderzoek gedaan naar het lopen van mieren en gekko's?
  • Er worden verschillende hypotheses (over het 'kleven' van de gekko) genoemd in het filmpje. Welke zijn dat en waarom werden de verschillende hypotheses verworpen?
  • Met welk mechanisme zijn mieren in staat om over glas te lopen?
  • De onderzoekers hebben uiteindelijk een theorie over het lopen van de gekko. Welke conclusie trokken zij en door welke waarneming(en) werd deze bevestigd?

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Video opdracht
  • Welke onderzoeksvraag hadden de onderzoekers?
  • De onderzoeker gaf aan dat hij het glas kon optillen door alleen de gekko vast te houden. Hoeveel kon hij daarmee minstens tillen?
  • Met welk doel wordt onderzoek gedaan naar het lopen van mieren en gekko's?
  • Er worden verschillende hypotheses (over het 'kleven' van de gekko) genoemd in het filmpje. Welke zijn dat en waarom werden de verschillende hypotheses verworpen?
  • Met welk mechanisme zijn mieren in staat om over glas te lopen?
  • De onderzoekers hebben uiteindelijk een theorie over het lopen van de gekko. Welke conclusie trokken zij en door welke waarneming(en) werd deze bevestigd?

Slide 18 - Slide

Oplossen van moleculaire stoffen

Slide 19 - Slide

Wat gebeurt er met de Vanderwaals binding als je het oplost in water?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Deze week maken:
Les 1 §4.1: 2, 3, 6, 7 of 8, 10
Les 2 §4.2: 11, 14, 18, 19, 20 of 21, 23
Les 3: Beg.les Opdracht 8 + 9 + 10

Slide 22 - Slide