What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica zinsdelen H1: persoonsvorm + zinsdelen
Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1: persoonsvorm + zinsdelen
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1: persoonsvorm + zinsdelen
Slide 1 - Slide
Doel en lesplanning
Doel:
je kent drie manieren om de persoonsvorm te vinden en je kunt een zin verdelen in zinsdelen.
Planning:
Voorkennis ophalen - basisschool
Uitleg persoonsvorm vinden (drie manieren)
Uitleg zin in zinsdelen verdelen
Opdracht 2 maken en bespreken
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog over
grammatica zinsdelen
van de basisschool?
Slide 3 - Mind map
Grammatica zinsdelen
'Achtergrond' zinsbouw
Makkelijker vreemde taal leren
Wij begrijpen taal door woorden in groepen bij elkaar te denken. Elke woordgroep heeft een functie (een doel).
Mijn ouders en ik / zullen / morgen / naar de Efteling / gaan.
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm - functie
Mijn ouders en ik /
gaan
/ morgen / naar de Efteling.
Geeft het
getal
(enkelvoud/meervoud) aan
Geeft de
tijd
aan van een zin (tegenwoordige/verleden tijd)
Slide 5 - Slide
Voorkennis: hoe vind je de persoonsvorm van een zin?
Slide 6 - Open question
Persoonsvorm - hoe te vinden?
Mijn ouders en ik /
gaan
/ morgen / naar de Efteling.
- Zin
vragend
maken > eerste ww vooraan, is de pv
- Zin van
tijd
veranderen > ww dat verandert, is de pv
- Zin van
getal
veranderen > ww dat verandert, is de pv
Slide 7 - Slide
Ik bak pannenkoeken met een nieuwe pan.
Ik bakte pannenkoeken met een nieuwe pan.
Ik bak pannenkoeken met een nieuwe pan.
Bak ik pannenkoeken met een nieuwe pan?
Ik bak pannenkoeken met een nieuwe pan.
Ik en mijn zusje bakken pannenkoeken met een nieuwe pan.
Zin is van tijd veranderd.
Zin is van getal veranderd.
Zin is vragend gemaakt.
Slide 8 - Drag question
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Op Facebook heeft Marnix meer dan 700 vrienden verzameld.
A
Heeft
B
Verzameld
C
Marnix
D
meer
Slide 9 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat hebben jullie dit weekend gedaan?
A
Wat
B
hebben
C
gedaan
D
jullie
Slide 10 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De helikopter is zojuist opgestegen vanaf het verlichte wegdek.
A
is
B
opgestegen
C
verlichte
D
zojuist
Slide 11 - Quiz
Zinsdelen
Zinnen bestaan uit zinsdelen
Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen.
Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel.
Let op: de werkwoorden staan soms apart van elkaar in een zin, maar zijn wel één zinsdeel
Slide 12 - Slide
Hoe zou jij deze zin verdelen?
"Dit jaar ben ik op Jacob van Liesveldt begonnen."
Slide 13 - Open question
Zin verdelen in zinsdelen
Dit jaar / ben / ik / op Jacob van Liesveldt / begonnen.
Zoek eerst de persoonsvorm en plaats daar streepjes
Kijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten (en die in dezelfde volgorde blijven bij het 'husselen van een zin'). Plaats dan streepjes.
Slide 14 - Slide
Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?
Dit jaar zal / niemand / van klas 2A / doubleren.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?
De meeste / leerlingen / waren / wel in / voor een grapje.
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?
Zetten / jullie / de afvalcontainer / op tijd / buiten?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Opdracht 2 maken
Maak opdracht 2 - zin 1 + 2 blz. 29 zelfstandig in je schrift
Neem de zin helemaal over, onderstreep de pv en plaats zinsdeelstreepjes
5 minuten de tijd
Straks krijg je het antwoord te zien
Klaar? Werken aan het huiswerk voor maandag: opdracht 2 blz. 29 afmaken (zin 3 t/m 6)
Slide 18 - Slide
Opdracht 2 bespreken zin 1 + 2
Vakantie /
blijkt
/ voor veel mensen / een bron van inspiratie.
Op het eerste schoolfeest /
gaf
/ Sophie / Daan / vorige week / een kus.
Slide 19 - Slide
Evaluatie van de les: leg in je eigen woorden uit wat zinsdelen zijn.
Slide 20 - Open question
Huiswerk voor donderdag
Huiswerk voor donderdag 29 oktober
(Af)maken opdracht 2 blz. 29
Slide 21 - Slide
Wat neem jij mee uit deze les? Wat heb je geleerd?
Slide 22 - Open question
More lessons like this
Groep 6 thema 4 persoonsvorm + zinsdelen
October 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen H1: persoonsvorm + zinsdelen
September 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen H1: persoonsvorm + zinsdelen
September 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen H1: persoonsvorm + zinsdelen 25 nov
November 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica: Persoonsvorm, onderwerp en zinsdelen
January 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 2 Gr.Zd p1: persoonsvorm + zinsdelen
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Pannenkoekendag
February 2024
- Lesson with
19 slides
by
LessonUp Inspiration
Burgerschapskunde
Verzorging
Basisschool
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Groep 5-8
Leerjaar 1-3
LessonUp Inspiratie
Grammatica zinsdelen: Persoonsvorm en zinsdeelstreepjes les 1
November 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1