Les 2 Gr.Zd p1: persoonsvorm + zinsdelen

Welkom!
Pak je leesboek. 

Verder vandaag:
Verder met 
grammatica zinsdelen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek. 

Verder vandaag:
Verder met 
grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 2 en 3 van Paragraaf 1. 
We bespreken de opdrachten klassikaal. 

Slide 2 - Slide

Grammatica zinsdelen 
Paragraaf 1: persoonsvorm en zinsdelen

Pak je laptop en ga naar LessonUp

Slide 3 - Slide

Doel en lesplanning
Doel: je kent drie manieren om de persoonsvorm te vinden en je kunt een zin verdelen in zinsdelen. 

Planning:
  • Herhaling persoonsvorm vinden (drie manieren)
  • Uitleg zin in zinsdelen verdelen 
  • Opdrachten maken en bespreken 

Slide 4 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm van een zin?

Slide 5 - Open question

Persoonsvorm - functie
De leerlingen / zijn / vandaag / heel gezellig. 

  • Geeft het getal (enkelvoud/meervoud) aan
  • Geeft de tijd aan van een zin (tegenwoordige/verleden tijd)

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm - hoe te vinden?
De leerlingen / zijn / vandaag / heel gezellig. 

- Zin vragend maken > eerste ww vooraan, is de pv
- Zin van tijd veranderen  > ww dat verandert, is de pv 
- Zin van getal veranderen > ww dat verandert, is de pv


Slide 7 - Slide

Ik maak mijn huiswerk.
Ik maakte mijn huiswerk
Ik vind huiswerk maken stom.
Vind ik huiswerk maken stom?
Ik maak huiswerk omdat het moet van Iësta.
Ik en mijn vriend maken huiswerk omdat het moet van Iësta.
Zin is van tijd veranderd.
Zin is van getal veranderd.
Zin is vragend gemaakt.

Slide 8 - Drag question

Zinsdelen
  • Zinnen bestaan uit zinsdelen 
  • Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. 
  • Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel. 
  • Let op: de werkwoorden staan soms apart van elkaar in een zin, maar zijn wel één zinsdeel

Slide 9 - Slide

Hoe zou jij deze zin verdelen?
"Dit jaar ben ik op Broklede begonnen."

Slide 10 - Open question

Zin verdelen in zinsdelen 
Dit jaar ben ik op Broklede begonnen.

  1.  Zoek eerst de persoonsvorm en plaats daar streepjes 
  2. Kijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten (en die  in dezelfde volgorde blijven bij het 'husselen van een zin'). Plaats dan streepjes.

Slide 11 - Slide

Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?

Dit jaar zal / niemand / van klas 1THo / doubleren.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?

De meeste / leerlingen / waren / wel in / voor een grapje.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?

Zetten / jullie / de afvalcontainer / op tijd / buiten?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat zinsdelen zijn.

Slide 15 - Open question

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 16 - Open question

Aan de slag
Open je boek op bladzijde 205.

Maak opdracht 4 en 5.  

Slide 17 - Slide