Sterke werkwoorden:
In de verleden tijd wisselt de klinker.
Voorbeelden:
Schrijven, vinden, worden, zingen.
Spelling verleden tijd: enkelvoud alles hetzelfde.
Zwakke werkwoorden:
Klinker wisselt niet, spelling =
Enkelvoud: stam + -te of - de
Meervoud: stam + -ten of - den