mens en natuur: module mens, dier en natuur, les hst. 1
Mens, dier en natuur
Hoofdstuk 1: cellen en soorten dieren
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1
This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Mens, dier en natuur
Hoofdstuk 1: cellen en soorten dieren
Slide 1 - Slide
Mens en natuur
(eerste les van het nieuwe boekje)
1.
Lesopening
2.
Leerdoelen
3.
Terugblik
4.
Instructie
5.
Samen oefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën
Je weet wanneer organismen tot dezelfde soort behoren
Je kunt vertellen wat een soort is
Je weet wanneer dieren zich samen voort kunnen planten en wanneer niet
Slide 3 - Slide
2. Terugblik
Slide 4 - Slide
Weet jij nog wat een organisme is?
Slide 5 - Mind map
Organismen
Een organisme is een levend wezen. Mensen, dieren en planten, schimmels en bacteriën zijn organismen.
Je kunt zien dat organismen leven. Bijv. doordat ze bewegen en groeien. Een steen kan dat niet. Daarom is een steen ook geen organisme.
Slide 6 - Slide
Geef voorbeelden van organismen
Slide 7 - Mind map
De 4 groepen organismen zijn:
- bacteriën
- schimmels
- planten
- dieren
Slide 8 - Slide
Wat zijn de 7 levenskenmerken ook alweer?
Noem ze is alle 7....
Slide 9 - Slide
Levenskenmerken
Alle organismen hebben levenskenmerken:
1 Ademhalen
2 Voeden
3 Groeien
4 Bewegen
5 Waarnemen
6 Uitscheiden
7 Voortplanten
Slide 10 - Slide
Dood, levend, levenloos
Hoe zat het ook alweer?
Slide 11 - Slide
Libelle
blikje
omgevallen boom
drijvende
vis
water
levenloos
levend
levenloos
dood
dood
Slide 12 - Drag question
De verschillende organsimen verdelen we in 4 aparte groepen
Slide 13 - Slide
Bij welke groep hoort de mens denk jij?
Slide 14 - Slide
Hoe weet ik nu zeker bij welke groep het organisme hoort?
Waar kan ik dat aan zien?
Slide 15 - Slide
Iedere groep heeft zijn eigen
cel-kenmerken
Slide 16 - Slide
Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop.
Cellen zijn doorzichtig.
Slide 17 - Slide
Door een microscoop lijken cellen plat.
In het echt zijn cellen een soort doosjes.
Kijk maar eens op de afbeelding hiernaast.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Waar letten we op bij het indelen van organismen in 4 groepen
A
Uiterlijk
B
Kenmerken van de cel
C
Kunnen ze samen voortplanten
D
Hoe groot ze zijn
Slide 20 - Quiz
We lezen nu samen blz. 4 en 5
Slide 21 - Slide
Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Bladgroenkorrels
Slide 22 - Drag question
Bladgroenkorrels komen in cellen van planten en dieren voor.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
Bacteriën hebben GEEN .....
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
DNA
Slide 24 - Quiz
Een dierlijke cel heeft een celwand
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
Welke cel is dierlijk?
A
Links
B
Rechts
Slide 26 - Quiz
Welke celkenmerken heeft de groep van de dieren?
A
Celwand, celkern
B
Bladgroenkorrels, celkern
C
Celkern
D
Celwand, celkern, bladgroenkorrels
Slide 27 - Quiz
Maak nu opdracht 1 en 2 uit je werkboekje (blz. 3)
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Nu volgen wat vragen over de groep dieren --> de soort:
MENSEN
Slide 30 - Slide
Welk orgaan zie je hier?
A
maag
B
lever
C
dikke darm
D
dunne darm
Slide 31 - Quiz
Welk orgaan zie je hier?
A
maag
B
lever
C
dikke darm
D
dunne darm
Slide 32 - Quiz
Welke organen zie je hier?
A
longen
B
lever
C
nieren
D
darmen
Slide 33 - Quiz
Uitleg over de groep: planten
Slide 34 - Slide
Organen van de plant
Een plant heeft net als een dier en als een mens ook organen.
Slide 35 - Slide
Planten hebben organen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
We lezen nu samen blz. 6
Slide 37 - Slide
Groep dieren
Organismen die erg op elkaar lijken, hoeven niettot dezelfde soort te behoren
Afrikaanse olifant
Indische olifant
Slide 38 - Slide
Let op:
Sommige dieren lijken op elkaar maar horen niet bij dezelfde soort. Denk hierbij aan de Afrikaanse en Indische olifant.
Slide 39 - Slide
Afspraak
Dieren horen tot dezelfde soort wanneer ze zich samen kunnen voortplanten en hun jongen zich ook weer kunnen voortplanten.
Slide 40 - Slide
Uitleg
Sommige verschillende soorten dieren kunnen samen wél een jong krijgen. Maar dat jong zelf is dan onvruchtbaar geboren. Het jong kan zich dus niet meer voortplanten. Omdat zijn ouders van twee verschillende soorten zijn kan hij/zij geen jongen meer krijgen of maken. De voortplanting stopt dan ook bij dat ene jong.
Slide 41 - Slide
Maak nu opdr. 5 uit het werkboekje (blz.5)
Slide 42 - Slide
Dit is een muildier. Zijn vader is een ezel, zijn moeder is een paard. Dit muildier kan zich niet voorplanten, hij is onvruchtbaar.