This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hoofdstuk 3
3.1 De Verlichting
Welkom!
Pak je boek, schrift en laptop erbij.
Slide 1 - Slide
Aan het einde van de les...
Je kunt een beschrijving geven van de standensamenleving in het ancien régime.
Je kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur.
Slide 2 - Slide
Vandaag
- Wat weet je al? (+- 10 min)
- Uitleg (+- 20 min)
- Werkblad (+- 15 min)
Slide 3 - Slide
Wat weet je al over de standenmaatschappij en de Verlichting?
Slide 4 - Mind map
Zie je dit icoontje?
Schrijf de slide over!
Slide 5 - Slide
Tijd van Pruiken en Revoluties: Het symbool van de tijd van pruiken en revoluties. Een guillotine, een apparaat dat populair was tijdens de Franse Revolutie en dat werd gebruikt om hoofden van mensen af te hakken, is te zien op de voorgrond. Op de achtergrond is een afbeelding te zien van een wetenschappelijke bijeenkomst.
Slide 6 - Slide
Standenmaatschappij
Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
Ancien Régime: Een bestuur waarin de koning absolute macht heeft en sommige groepen (standen) speciale voorrechten hebben.
Slide 7 - Slide
De 1e stand
De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters
Slide 8 - Slide
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.
Slide 9 - Slide
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.
Slide 10 - Slide
Bekijk de afbeelding. Bij welke persoon hoort welke stand? Leg uit waaraan je dat ziet.
Slide 11 - Open question
De Verlichting
vanaf ±1700
Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Waarom is de Verlichting een nieuwe manier van denken?
Slide 14 - Open question
Opdracht!
Jullie krijgen een werkblad over de Verlichting. Jullie gaan dieper op dit begrip in. Lees het werkblad en maak de opdrachten.