Paragraaf 2.3 Quiz
Wat is een rechtsnorm?
timer
0:20
A
Een regel die in de wet is vastgelegd.
B
Een regel waar we het erover eens zijn dat die terecht is.
C
Een ander woord voor gedragsregel.
D
Wat een samenleving normaal vindt.
1 / 10
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Wat is een rechtsnorm?
timer
0:20
A
Een regel die in de wet is vastgelegd.
B
Een regel waar we het erover eens zijn dat die terecht is.
C
Een ander woord voor gedragsregel.
D
Wat een samenleving normaal vindt.
Slide 1 - Quiz
Strafrecht valt onder het...
timer
0:20
A
Privaatrecht
B
Notarieel recht
C
Bestuursrecht
D
Publiekrecht
Slide 2 - Quiz
Een rechtsstaat is...
timer
0:20
A
Een staat waar mensen liberaal zijn en over het algemeen conservatief stemmen.
B
Een systeem waarin er veel vrijheid is, en waar burgers elkaar respecteren en in elkaars waarde laten.
C
Een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten beschermd worden tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
D
Een democratie waar iedereen het recht heeft om te stemmen en het recht heeft van meningsuiting.
Slide 3 - Quiz
Wat is het verschil tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming?
timer
0:20
A
Bij rechtshandhaving moet de overheid ervoor zorgen dat burgers zich aan de regels houden
B
Rechtsbescherming gaat over de verhouding tussen burgers onderling.
C
Rechtshandhaving gaat machtsmisbruik van de overheid tegen.
D
Er is geen verschil, want de overheid regelt dit allebei.
Slide 4 - Quiz
In een autoritaire staat of dictatuur...
timer
0:20
A
Bepaalt een iemand vaak wat de regels zijn.
B
Is er geen of weinig vrijheid van meningsuiting.
C
Is de rechtspraak afhankelijk.
D
Mag je niet demonstreren.
Slide 5 - Quiz
Wat is het doel van een rechtsstaat?
timer
0:20
A
Eerlijkheid en gerechtigheid.
B
Vrijheid, gelijkheid en veiligheid.
C
Neutraliteit en wijsheid.
D
Onpartijdigheid, redelijkheid en veiligheid.
Slide 6 - Quiz
In hoeveel machten zijn de machten gescheiden dan wel verdeeld?
timer
0:20
A
Twee
B
Drie
C
Vier
D
Vijf
Slide 7 - Quiz
De politie is een voorbeeld van...
timer
0:20
A
De wetgevende macht.
B
De uitvoerende macht.
C
De rechterlijke macht.
D
Geen van drie.
Slide 8 - Quiz
De politierechter is een voorbeeld van...
timer
0:20
A
De wetgevende macht.
B
De uitvoerende macht.
C
De rechterlijke macht.
D
Zowel A als B.
Slide 9 - Quiz
Het legaliteitsbeginsel zorgt voor...
timer
0:20
A
Dat er rechtszekerheid is.
B
Dat er geen illegale dingen worden gedaan.
C
Dat de macht eerlijk verdeeld is.
D
Dat rechters onafhankelijk zijn.
