This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vandaag
- Start met vaardigheden
- Uitleg 9.3
- Toepassen 9.3
Slide 1 - Slide
Schrijf zonder haakjes - op papier
Slide 2 - Slide
Vul hier het antwoord in op de afgelopen vraag
Slide 3 - Open question
Stel een formule op door de punten (0,15) en (12,9)
Slide 4 - Slide
Stel een formule op door de punten (0,15) en (12,9)
A
y = -2x + 15
B
y = 0,5x + 15
C
y = 2x + 15
D
y = -0,5x + 15
Slide 5 - Quiz
Schrijf in de intervalnotatie
Slide 6 - Slide
Geef je antwoord op de afgelopen vraag
Slide 7 - Open question
Moeite mee?
Bestudeer pagina 64 opgave T2, T4 en T6
Geef jezelf een aantal opdrachten als extra huiswerk. Op de toets moet je allerlei soorten vaardigheden beheersen, niet specifiek benoemd in vaardigheden 4. Maar alles wat je tot nu toe gehad hebt.
Slide 8 - Slide
H9 Vergelijkingen oplossen
Slide 9 - Slide
9.3
- Exponentiële vergelijkingen
- Wortelvergelijkingen
Slide 10 - Slide
Exponentiële vergelijkingen
Slide 11 - Slide
Los op
- Je weet:
- Dus:
- Balansmethode:
3x−5=27
33=27
x−5=3
x=8
Slide 12 - Slide
Nu jij: Los op
- Je weet:
- Dus:
- Balansmethode:
Neem je tijd, probeer zelf eerst op te lossen.
24x+1=8
Slide 13 - Slide
Geef jouw oplossing, x =
Slide 14 - Open question
Los op
- Je weet:
- Dus:
- Balansmethode:
24x+1=8
23=8
4x+1=3
x=1
Slide 15 - Slide
Los op
- Balansmethode:
- Je weet:
- Dus:
7⋅3x=567
3x=81
34=81
x=4
Slide 16 - Slide
Nu jij: Los op
- Balansmethode:
- Je weet:
- Dus:
- ...
3⋅25−x=3072
Slide 17 - Slide
Geef jouw oplossing, x =
Slide 18 - Open question
Los op
- Balansmethode:
- Je weet:
- Dus:
- Balansmethode:
3⋅25−x=3072
25−x=1024
210=1024
5−x=10
x=−5
Slide 19 - Slide
Let op!
Je kunt nog niet alle exponentiële vergelijkingen oplossen. In vwo 4 leer je dit met behulp van de grafisch rekenmachine (het snijpunt vinden van twee grafieken) en in vwo 5 leer je dit met behulp van logaritmen. Zowel wiskunde A als B.
Slide 20 - Slide
Wortelvergelijkingen
Slide 21 - Slide
Los op
- Je weet:
- Dus:
- Balansmethode:
√125−4x=7
√49=7
125−4x=49
4x=76
x=19
Slide 22 - Slide
Los op
- Balansmethode:
- Je weet:
- Dus:
42−3√x=24
3√x=18
√x=6
√36=6
x=36
Slide 23 - Slide
Nu jij: Los op
- Balansmethode:
- Je weet:
- Dus:
- ...
100−√21d+8=78
Slide 24 - Slide
Geef jouw oplossing, x =
Slide 25 - Open question
Nu jij: Los op
- Balansmethode:
- Je weet:
- Dus:
- Balansmethode:
Let op laatste stap delen door 1/2 of vermenigvuldigen met 2.
100−√21d+8=78
√21d+8=22
√222=22(√484=22)
21d+8=484
21d=476
d=952
Slide 26 - Slide
Hoe denk je dat je deze stof nu beheerst? 1 = slecht 10 = uitstekend
Slide 27 - Poll
Welke begrippen zijn er blijven hangen?
Slide 28 - Mind map
Succes met de opgaven!
Maak minstens 20, 23, 24 en gerust meer indien je dit nodig hebt.