Nectar Hfst 7 toets voorbereiding

1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water =-> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 4 - Quiz

Welk dier verbrand het meest?
A
Kikker in een bak van 10 graden Celsius
B
Kikker in een bak van 25 graden Celsius
C
muis in een bak van 10 graden Celsius
D
muis in een bak van 25 graden Celsius

Slide 5 - Quiz

Welke orgaanstelsels zijn betrokken bij het produceren van energie, en wat is hun taak?

Slide 6 - Open question

Welk orgaan maakt insuline?
En wat is het effect van insuline?
A
Alvleesklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
B
Alvleesklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose
C
Schildklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
D
Schilklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose

Slide 7 - Quiz

Wat is diabetes? Bij diabetes is er sprak van ..........
A
te weinig of geen insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
B
een te hoge glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft
C
een te hoge insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
D
te weinig of geen glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.

Slide 8 - Quiz

Glucose
Glycogeen
Glucagon
Insuline

Slide 9 - Drag question


Slide 10 - Open question

Addemhalingsbeweging
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.

Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.

Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt

Slide 11 - Drag question

neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 12 - Drag question

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 13 - Drag question

Mensen met astma hebben ontstoken luchtwegen;
Wat gebeurt er nog meer tijdens een astma aanval?

Slide 14 - Open question

Welke 3 schadelijke stoffen ken je die binnen krijgt bij het roken van tabak?
Geef ook kort aan waarom ze schadelijk zijn.

Slide 15 - Open question

Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Verteren van vetten
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 16 - Quiz

Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen

suiker

zetmeel
vetten
eiwitten
mineralen
vitaminen
vetten
mineralen
water

Slide 17 - Drag question

Wat zijn geen bouwstoffen?
A
Eiwitten
B
Mineralen
C
Vitaminen
D
Vetten

Slide 18 - Quiz

Vlees eet je voornamelijk om ..................... binnen te krijgen
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Vitaminen

Slide 19 - Quiz

Hoeveel gram eiwit krijg
je binnen als je 200 gram
kipfilet eet?
A
15,5 gram
B
31 gram
C
62 gram
D
667 gram

Slide 20 - Quiz

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus

Slide 21 - Drag question


Wat is de functie van maagzuur?
A
Het speelt een rol bij de vertering
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Een zuurder 'smaakje' toevoegen aan voedsel

Slide 22 - Quiz

Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 23 - Drag question

Waar vinden peristaltische bewegingen plaats?
A
Slokdarm
B
Maag
C
Dunne-darm
D
Zowel A, B als C

Slide 24 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 25 - Quiz

Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur.
Ze werken het beste bij de optimumtemperatuur. Wat gebeurt er met het enzym als deze onder de optimumtemperatuur komt?
A
Het enzym gaat sneller werken.
B
Het enzym gaat langzamer werken.
C
Het enzym gaat kapot.
D
Het enzym werkt niet meer.

Slide 26 - Quiz

Moet WEL verteerd worden
Hoeft NIET verteerd te worden
Wordt niet verteerd
     (1 antwoord)
Eiwit
Water
Koolhydraat
Voedingsvezel
Vetten
Mineralen
Vitamine

Slide 27 - Drag question

Verteringssap
Voedingsstoffen die verteerd worden
Alleen zetmeel
Alleen eiwitten
Koolhydraten,
eiwitten en vetten
Koolhydraten
en eiwitten
Alvleessap
Darmsap
Maagsap
Speeksel

Slide 28 - Drag question

Waarom bestaat de darmwand uit kleine darmplooien en darmvlokken?

Slide 29 - Open question

planteneters
vleeseters
alleseters
herbivoor
carnivoor
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen
omnivoor

Slide 30 - Drag question

Uit welke onderdelen bestaan de kieuwen van vissen?
A
uit kieuwbogen en kieuwplaatjes
B
uit kieuwdeksels en kieuwbogen
C
uit lamellen en huidmondjes
D
uit tracheeën en stigmata

Slide 31 - Quiz

Hoe haalt een vis adem? Zet in de goede volgorde.
1
2
3
4
Zuurstof wordt opgenomen en koolstofdioxide wordt afgegeven aan het water.
De vis doet zijn bek open
Er stroomt water langs de kieuwplaatjes
De vis doet zijn bek dicht en kieuwen open.

Slide 32 - Drag question

Leerdoel: levens-cyclus van de kikker
inwendige
kieuwen
uitwendige kieuwen
ademen huid en longen
kikkereieren

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide