Formatieve toets T.5.

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Basisstof 1

Slide 2 - Slide

Wat zijn je ledematen?
A
Benen en armen
B
Vingers en tenen
C
Hoofd en Borstkas
D
Borstkas en romp

Slide 3 - Quiz

Een ander woord skelet is....
A
Geraamte
B
Ledematen
C
Spieren
D
Kraakbeen

Slide 4 - Quiz

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming, stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid, beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming
D
Beweging en bescherming

Slide 5 - Quiz

Lendenwervels
Heiligbeen
Halswervels
Staartbeen
Borstwervels

Slide 6 - Drag question

Gewricht
Naad-verbinding 
Vergroeide botten
Kraakbeen

Slide 7 - Drag question

Opperarmbeen
Teenkootje
Dijbeen
Sleutelbeen
Schedel
Heupbeen
Kuitbeen

Slide 8 - Drag question

Kogelgewricht
Rolgewricht
Schaniergewricht

Slide 9 - Drag question

Basisstof 2

Slide 10 - Slide

Uit welke 2 stoffen bestaan botten?
A
Kalk en bot
B
Kalk en lijmstof
C
Lijmstof en spieren
D
Kalk en spieren

Slide 11 - Quiz

Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 12 - Quiz

Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 13 - Quiz

Kalk lost op in zoutzuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Kraakbeen is.....?
A
Buigzaam
B
Niet buigzaam

Slide 15 - Quiz

Basisstof 3

Slide 16 - Slide

Wat voor soort gewricht is A
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 17 - Quiz

Welk gewricht heb je nodig om je arm te kunnen buigen?
A
Ellebooggewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Eivorming gewricht

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel zorgt voor extra stevigheid van het gewricht?
A
Gewrichtskom
B
Kraakbeen
C
Gewrichtsband
D
Gewrichtskapsel

Slide 19 - Quiz

- Om de gewrichtskogel zit de
- Slijtage van de gewrichtskogel en de gewrichtskom wordt               tegengegaan door het
- De stroperige vloeistof in het gewricht 
   wordt gemaakt door het              
- Deze stroperige vloeistof heet
- De botten worden bij elkaar gehouden door de
Gewrichtskapsel
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer
Kapselbanden
Kraakbeen

Slide 20 - Drag question

Gewrichtskom
Gewrichtskogel
Kraakbeen
Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel

Slide 21 - Drag question

Basisstof 4

Slide 22 - Slide

Hoe noem je de tegengestelde spier van een spier die actie onderneemt?
A
Antagonist
B
Anagonist
C
Reverse musculus
D
Antiwerker

Slide 23 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 24 - Quiz

Een schaatser valt en snijdt zijn achillespees af. De achillespees verbindt het hielbeen met de kuitspier.
Welke beweging kan hij niet meer maken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quiz

Als een spier samentrekt, wordt deze.....?
A
Langer en dikker
B
Langer en dunner
C
Korter en dunner
D
Korter en dikker

Slide 26 - Quiz

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?
A
Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
B
Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Slide 27 - Quiz

Basisstof 5

Slide 28 - Slide

Wat is de beste manier om je peuter op te tillen?
A
Tekening 1
B
Tekening 2
C
Tekening 3

Slide 29 - Quiz

Bij een goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele
S-vorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Basisstof 6

Slide 31 - Slide

Waarvoor is een warming up?
A
Je spieren worden hierdoor warmer
B
Je spieren worden hierdoor kouder
C
Het is niet nodig
D
Je spieren worden hierdoor sterker

Slide 32 - Quiz

Is een zweepslag een spierscheuring?
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

De arm is uit de kom
Blauwe plek door stomp
Enkel klapt dubbel
Een arts moet de botten zetten
Kuitspier is beschadigd bij een zweepslag
Botbreuk
Kneuzing
Ontwrichting
Spierscheuring
Verzwikking

Slide 34 - Drag question