Thema 3 Ordening BS1 les 1

Ordening tekstboek blz 147
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ordening tekstboek blz 147

Slide 1 - Diapositive

Lesindeling
Lesopening
Leerdoelen
Uitleg BS3.1
Zelfstandig werken
Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Waar denk jij aan bij het onderwerp ordenen?

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen
  1. Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  2. Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Er zijn ongeveer 1,8 miljoen soorten organismen bekend. Biologen ordenen organismen om overzicht te krijgen.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg BS3.1 organismen ordenen
Een kenmerk is een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen. 
Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen. Ze kijken daarbij ook naar de cellen van organismen en naar het DNA in de celkern. 
Organismen met dezelfde kenmerken komen in dezelfde groep.

Slide 5 - Diapositive

Domeinen en rijken
Biologen verdelen al het leven op aarde eerst in twee domeinen: organismen met een celkern in hun cellen(eukaryoten) en organismen zonder celkern in hun cellen. 
De domeinen verdelen ze verder in kleinere groepen: de rijken. Je moet vier rijken kennen: 
dieren, planten, schimmels en bacteriën

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Dierenrijk
Geen bladgroenkorrels
Geen celwand

Slide 8 - Diapositive

Plantenrijk
Heeft een vacuole

Wieren: zeewier/blauwalg
Sporenplanten: varens/mossen
Zaadplanten: dennenbomen/eik

Slide 9 - Diapositive

Schimmelrijk

Slide 10 - Diapositive

Bacteriën
Geen celkern
DNA ligt los in de cel

Slide 11 - Diapositive

Een bacteriecel heeft een celwand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een bacteriecel heeft DNA in de celkern liggen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Kun je een voorbeeld noemen van een schimmel?

Slide 16 - Question ouverte

Huiswerk
  1. Lezen lesstof 3.1
  2. Je maakt opdracht 2 t/m 4 werkboek 84

Slide 17 - Diapositive