Thema 3 Ordening BK les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Ordening

Lesindeling

Lesopening

Leerdoelen

Uitleg 

Zelfstandig werken

Lesafsluiting

Waar denk jij aan bij het onderwerp ordenen?

Leerdoelen

1. Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
   
2. Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Er zijn ongeveer 1,8 miljoen soorten organismen bekend. Biologen ordenen organismen om overzicht te krijgen.

organismen ordenen

Een kenmerk is een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen. 

Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen. Ze kijken daarbij ook naar de cellen van organismen en naar het DNA in de celkern. 

Organismen met dezelfde kenmerken komen in dezelfde groep.

Domeinen en rijken

Biologen verdelen al het leven op aarde eerst in twee domeinen: organismen met een celkern in hun cellen(eukaryoten) en organismen zonder celkern in hun cellen. (prokaryoten) 

De domeinen verdelen ze verder in kleinere groepen: de rijken. Je moet vier rijken kennen: 

dieren, planten, schimmels en bacteriën

Dierenrijk

Geen bladgroenkorrels

Geen celwand

Plantenrijk

Heeft een vacuole

Wieren: zeewier/blauwalg

Sporenplanten: varens/mossen

Zaadplanten: dennenbomen/eik

Schimmelrijk

Bacteriën

Geen celkern

DNA ligt los in de cel

Soorten

Organismen behoren tot dezelfde soort:

• als ze zich samen kunnen voortplanten,
  
• en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Vruchtbare nakomelingen

Geen vruchtbare nakomelingen = geen soort

Een bacteriecel heeft een celwand

1. Waar
2. Niet waar

Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels

1. Waar
2. Niet waar

Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen

1. Waar
2. Niet waar

Een bacteriecel heeft DNA in de celkern liggen

1. Waar
2. Niet waar

Wanneer spreken biologen van een soort?

Kun je een voorbeeld noemen van een schimmel?