Répétition
1 / 13
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Op welke 3 manieren stel je een vraag? ( zonder vraagword )
Slide 2 - Question ouverte
Op welke manieren stel je een vraag?
( met vraagwoord )
( met vraagwoord )
Slide 3 - Question ouverte
Welke vraagwoorden ken je nog?
Slide 4 - Question ouverte
Fais-tu beaucoup de sport?
A
Gewone zin, vragend uitgesproken
B
Est-ce que + gewone zin
C
Omkering van onderwerp en persoonsvorm
Slide 5 - Quiz
Il mange beaucoup de fruits?
A
Gewone zin, vragend uitgesproken
B
Est-ce que + gewone zin
C
Omkering van onderwerp en persoonsvorm
Slide 6 - Quiz
Est- ce qu'ils sont végétariens?
A
Gewone zin, vragend uitgesproken
B
Est-ce que + gewone zin
C
Omkering van onderwerp en persoonsvorm
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Hoe maak je een ontkenning?
Slide 9 - Question ouverte
Welke ontkenningen ken je nog meer?
Slide 10 - Question ouverte
Maak deze zin ontkennend:
Je suis malade
Je suis malade
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Ik ga nooit naar school
Ik ga nooit naar school
Slide 12 - Question ouverte
Vond je dit een leuke werkvorm?
A
Ja
B
Nee
