6.4 Omtrek en oppervlakte

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H6 Vergroten

Vergroting

Vergroting!

Hoofdstuk 6

§6.1 Vergroten;

§6.2 Factor;

§6.3 Rekenen met de factor;

§6.4 Omtrek en oppervlakte (blz. 230);

§6.5 Schaal.

Opbouw

• Introductie: herhaling §1-2-3 + lesdoel §6.4;
• Instructie: uitleg §6.4;
• Evaluatie v.d. uitleg: hebben we de uitleg begrepen?
• Oefening: maken §6.4;
• Evaluatie v.d. hele les: les bespreken + huiswerk!

Ik kan...

1. ...de omtrek van een vergroting berekenen.

2. ...de oppervlakte van een vergroting berekenen.

Wat weten we al?

Wisbordje!

Waar moet origineel?

Waar moet beeld?

Wisbordje!

Vergrotingsfactor = 2.

Welke appel is de vergroting?

Wisbordje!

Vergrotingsfactor = 0,5.

Welke appel is de vergroting?

Schrijf op:

...                                            ...

Kies uit:

- Lengtematen origineel;

- Lengtematen beeld;

- Vergrotingsfactor.

x ...

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Vergrotingsfactor =

1. Lengte origineel : lengte beeld.
2. Lengte beeld : lengte origineel.

Wat is de vergrotingsfactor ?

1. 2
2. 0,5
3. 18
4. Dat kun je zo niet zien.

Wat is hier de vergrotingsfactor?

1. 0,67
2. 1
3. 1,5
4. 2

Hoe ziet dat eruit?

Even oefenen!

Vergrotingsfactor = 4. Hoeveel keer zo groot wordt de omtrek?

1. 0,25
2. 16
3. 8
4. 4

Wat is de oppervlakte van de vergroting?

1. 450 cm2
2. 30 cm2
3. 45 cm2
4. 1350 cm2

Een figuur wordt met factor 3 vergroot, hoeveel keer zo groot wordt de omtrek?

1. 1,5
2. 6
3. 3
4. 9

Een figuur wordt met factor 3 vergroot, hoeveel keer zo groot wordt de oppervlakte?

1. 1,5
2. 6
3. 3
4. 9

Een figuur wordt met factor 6 vergroot, hoeveel keer groter wordt de omtrek?

1. 36
2. 6
3. 12
4. 30

Een figuur wordt met factor 6 vergroot, hoeveel keer groter wordt de oppervlakte?

1. 36
2. 6
3. 12
4. 30

Als de vergrotingsfactor 4 is, hoe groot is dan de factor van de omtrek?

1. 2
2. 4
3. 8
4. 16

Als de vergrotingsfactor 4 is, hoe groot is dan de factor van de oppervlakte?

1. 2
2. 4
3. 8
4. 16

De oppervlakte van een zwembad is 20 vierkante meter. Dit wordt vergroot met een factor 3. Bereken de oppervlakte van de vergroting.

1. 20x3=60m​2​​
2. 20x3​2​​=180m​2​​

De rechthoek wordt met
factor 3 vergroot.
Hoe groot is de oppervlakte
van de nieuwe rechthoek?

1. 45cm​2​​
2. 15cm​2​​
3. 135cm​2​​
4. 18cm​2​​

Aan de slag!

Je maakt: eigen leerroute.

Klaar?

1. Inleveren;

2. Nakijken;

3. Huiswerk / leren / lezen!

Wij stoppen om 11:40!

Evaluatie v.d. hele les

We maken samen de leerdoelen-opdracht.

Hiervoor gebruik je het wisbordje.