Examen Financieel Management MTL3Av voorbereiding Budget

Examen Financieel Management
MTL3Av
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examen Financieel Management
MTL3Av

Slide 1 - Diapositive

Budget
Kent de volgende budgetbegrippen: 
  • Exploitatiebudget, liquiditeitsbudget, investeringsbudget, BTW-budget.
  • Kent de functie van budgetteren.
  • Kent het verschil tussen een budget en begroting.
  • Kan de oorzaken van overschrijding van budgetten benoemen.
  • Kan BTW-berekeningen uitvoeren.
  • Kent het verschil tussen bruto en netto.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Bekend
Nog niet bekend
Kennis van begrippen
Exploitatiebudget
Liquiditeitsbudget
Investeringsbudget
BTW-Budget
Liquiditeitspositie
Solvabiliteit
Rentabiliteit

Slide 11 - Question de remorquage

Een overzicht dat aangeeft wat de organisatie de komende periode mag investeren, is een:
A
Liquiditeitsbudget
B
kostenbudget
C
exploitatiebudget
D
Investeringsbudget

Slide 12 - Quiz

Een overzicht dat inzicht geeft in de ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode, is een:
A
liquiditeitsbudget
B
exploitatiebudget
C
kostenbudget
D
omzetbudget

Slide 13 - Quiz

Leasen komt vaker voor bij een ... liquiditeitspositie
A
zwakkere
B
sterkere

Slide 14 - Quiz

Het overzicht dat inzicht geeft in of er genoeg geld beschikbaar is voor de geplande activiteiten, is een:
A
exploitatiebudget
B
investeringsbudget
C
kostenbudget
D
liquiditeitsbudget

Slide 15 - Quiz

In welk overzicht staat de omzet die je de komende periode wilt behalen?
A
exploitatiebudget
B
investeringsbudget
C
masterbudget
D
omzetbudget

Slide 16 - Quiz

Het omzetbudget en kostenbudget samen noem je het:
A
masterbudget
B
investeringsbudget
C
exploitatiebudget
D
kostenbudget

Slide 17 - Quiz

LEG IN EIGEN WOORDEN WAT EXPLOITATIEBUDGET BETEKENT. DOE DIT ZO EENVOUDIG MOGELIJK

Slide 18 - Question ouverte

voorafgaand aan het exploitatiebudget


Voordat je het exploitatiebudget opstelt maak je een omzetbegroting. Aan de hand van deze omzet kun je schatten welke kosten je kunt gaan maken om deze omzet te behalen. 

Slide 19 - Diapositive

Verbetervoorstellen met het exploitatiebudget

Het exploitatiebudget is een inschatting van toekomstige opbrengsten en kosten. Op basis hiervan kun je ook de voortgang bewaken en waar nodig bijsturen. 
Je wilt bijsturen om een zo hoog mogelijke nettowinst te kunnen bereiken.

Slide 20 - Diapositive

Cash Flow
Cash Flow = nettowinst (na belasting) + Afschrijvingen
Dit is de liquiditeitspositie van de onderneming. Deze cashflow moet de onderneming in de vorm van liquiditeiten beschikbaar hebben. Dit noemen we ook wel de operationele kasstroom.

Slide 21 - Diapositive

Inkoop 
Netto inkoopprijs                100%
BTW                          +                9%  +
Inkoopfactuurprijs              109%

                            OF 
Netto inkoopprijs                 100%
BTW                          +               21% +
Inkoopfactuurprijs               121%


'
Inkoopfactuurprijs             109%
BTW                         -                 9% -
Netto inkoopprijs              100%

OF
Inkoopfactuurprijs             121%
BTW -                                         21% -
Netto inkoopprijs                100%
(Bruto inkoopprijs)
(Bruto inkoopprijs)
(Bruto inkoopprijs)

(Bruto inkoopprijs)

Slide 22 - Diapositive

Verkoop 
Netto Verkoopprijs               100%
BTW                                         9%  +
Consumentenprijs              109%

                            OF 
Netto verkoopprijs               100%
BTW                          +               21% +
Consumentenprijs               121%



Consumentenprijs             109%
BTW                         -                 9% -
Netto verkoopprijs              100%

OF
Consumentenprijs             121%
BTW                          -                21% -
Netto Verkoopprijs               100%
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)

Slide 23 - Diapositive

BTW en IWO/OMZET

Btw
  • In een exploitatiebegroting wordt altijd exclusief btw gerekent.
  • De bij de inkopen aan de leverancier betaalde BTW kan teruggevraagd worden.
  • De bij de verkopen ontvangen BTW moet aan de belastingdienst betaald worden
  • Daarom maken we bij de berekeningen gebruik van de netto-inkoopprijs en netto verkoopprijs


Slide 24 - Diapositive

Berekening; af te dragen btw
Te betalen btw
Te vorderen btw        -
Af te dragen btw

Slide 25 - Diapositive

Laat met een berekening zien wat de btw is van de scooter.
De prijs van de scooter was €1.899,00

Slide 26 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de bruto en netto verkoopprijs?

Slide 27 - Question ouverte

Bereken de verkoopprijs met de brutowinstopslag en 21% btw. Geef je berekening.

De inkoopprijs is € 30 exclusief btw; de brutowinstopslag is 45%.

Slide 28 - Question ouverte

Van een Nokia telefoon is het btw bedrag € 26,03. Bereken: zowel de verkoopprijs als consumentenprijs. Laat berekening zien.

Slide 29 - Question ouverte

Bereken de verkoopprijs met de brutowinstopslag en 21% btw. Geef je berekening.
De inkoopprijs is € 9,95 exclusief btw; de brutowinstopslag is 120%.


Slide 30 - Question ouverte

De inkoopprijs van een boek is €15,26 (incl. 9% BTW). De verkoopprijs van dit boek is €25,23 (excl. 9% BTW).
Wat betaal je aan de belastingdienst?
Laat de berekening zien.

Slide 31 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de bruto-omzet en netto-omzet?

Slide 32 - Question ouverte

Resultaat berekenen
Omzet (ex btw)
Inkoopwaarde (ex btw)  -
Bruto Winst
Bedrijfskosten  -
Netto Winst

Slide 33 - Diapositive

Wat is de bruto omzet van de onderneming in het voorbeeld?
Een onderneming heeft een afzet van 800 stuks, netto verkoopprijs € 5,- per stuk en 9% BTW.
A
5,45
B
872
C
4.360
D
4.000

Slide 34 - Quiz

Als je gegevens van een bedrijf moet berekenen, doe je dit dat met of zonder btw?
Met btw
Zonder btw

Slide 35 - Sondage

Wat is het verschil tussen een budget en begroting?

Slide 36 - Question ouverte

Begroting vs Budget

Een begroting is een cijfermatige weergave van alle geplande activiteiten in een toekomstige periode. Meestal voor langere tijd.
Als men aan deze begroting een taak hangt is er dus sprake van een budget.

Begroting: Overzicht van de te verwachte inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode (1 jaar of langer).


Budget: Planning op korte termijn ( tot 1 jaar). Een budget is een bedrag aan toegestane kosten, waarbinnen een taak uitgevoerd moet worden. Meer geld krijg je meestal niet ook al zijn de kosten hoger dan begroot.
 

Slide 37 - Diapositive

Kosten bewust werken

- Beschikbare budget niet overschrijden 
-Mensen en middelen goed op elkaar afstemmen 
-Zuinig omgaan met materialen en middelen 
-Weeg kosten en opbrengsten tegen elkaar af

Slide 38 - Diapositive

oorzaken
overschrijden
budgetten

Slide 39 - Carte mentale