Par. 2.3

Ise Wilk 
Geboren op 19 september 1934 in Leiden.

Gedeporteerd in 1942 en vermoord in de gaskamer.  



1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ise Wilk 
Geboren op 19 september 1934 in Leiden.

Gedeporteerd in 1942 en vermoord in de gaskamer.  



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Programma
  1. Vragen bespreken (15 min.) 
  2. Keuze: Luisteren naar uit of zelf aan de slag (15 min.)
  3. Examenvraag maken (10 min.) 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Je kunt aangeven waarin het jodendom en christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid
  • Je kunt de groei van het christendom beschrijven en verklaren
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van het besluit om christendom tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk te maken

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Waarom waren de Romeinen zo succesvol?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Antwoord controlevraag 1
● De Romeinen (Latijnen) kwamen met de Griekse cultuur in aanraking doordat hun woongebied in het zuiden grensde aan Griekse kolonies. (1p) Later hebben de Romeinen Griekenland veroverd en geraakten ze nog meer onder de indruk van de Griekse cultuur. (1p)

● Ook de Romeinen bouwden theaters, maar niet meer tegen een natuurlijke helling. Door bogen toe te passen konden zij ook de hellende tribunes in een vlak land plaatsen. (1p) De volgende ‘verbetering’ is de bouw van een amfitheater, in feite twee theaters met de vlakke zijden tegen elkaar. Zo krijg je een omsloten arena en dubbel zoveel zitplaatsen. (1p)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Antwoord controlevraag 2 
A. De confrontatie van de Grieks-Romeinse cultuur met de Germaanse cultuur 
1. Ik weet dat Romeinen gebruik maakte van Griekse Zuilen, Ik zie hier duidelijk een gebied in Germaans gebied met Griekse zuilen. Ik concludeer dat dit een Romeins huis is in Germaanse gebied. 
2. Ik weet dat bij de confrontatie tussen de twee culturen de Germanen elementen overnamen van de Romeinen, zoals kleding en handel in dure spullen. Ik zie hier duidelijk handel en Romeinse kleding in Germaans gebied, zoals witte gewaden en de handel in zilver en gouden potten en pannen (rechts) 
3. Ik weet dat bij de confrontatie van de twee culturen Germanen het leger van Romeinen betraden. Ik zie een Typische Romeinse soldaat naast een soldaat met andere kledij, samen lopen. Waarschijnlijk een Germaan. Ik concludeer dat hier een voorbeeld is te zien van Germaanse soldaten in Romeinse legers. 
B.  Voor: romanisering is het overnemen van de Romeinse cultuur door andere volken. Hier zien we allerlei Romeinse cultuur elementen, zoals kleding en handel en wegen in Germaans gebied. 
Tegen:  We zien hier ook nog wel veel typische Germaanse elementen, waarin de Romeinse cultuur niet is overgenomen, zoals de Landbouw-samenleving, gekenmerkt door de boer op de weg met zijn twee koeien. 

Slide 11 - Diapositive

Keuze (rest van de les) 
Keuze 1: Uitleg volgen: Luister naar de uitleg over het christendom en 'val' Romeinse Rijk 

Keuze 2: Ga zelf aan de slag met paragraaf 2.3: 
- Lees Paragraaf 2.3 (blz. 39 t/m 42) 
- Controleer of je 2.3 begrijpt door de leerdoelen van 2.3 uit te werken (zie blz. 45) 
- Neem de LessonUp Par. 2.3 door vanaf pagina 11. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Romeinen accepteerden dat overwonnen volken hun goden behielden. Leg uit waarom dit een van de redenen is waarom de Romeinen zo'n groot rijk hadden

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Waarom konden de Joden en de christen de Romeinse Goden niet erkennen. Gebruik in je antwoord het begrip 'monotheïsme

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Leg uit waarom veel christenen niet bang leken voor de dood en waarom dit het christendom aantrekkelijk maakt

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Waarom werd het christendom een belangrijke godsdienst in het Romeinse Rijk

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Beantwoord hier de vraag van de vorige pagina

Slide 22 - Question ouverte

Antwoord 
● Zij gelooft dat er maar één God is en die brengt verlossing. Als je aan andere goden offert ontken je het geloof in / bestaan van die ene God. (2p)
● Zij laat zich, met haar kind, voor de wilde dieren werpen. Ze verkiest de dood (in geloof) boven het leven en die vasthoudendheid, die opoffergezindheid spreekt weer mensen aan. (2p)
● 1 Het christendom bracht een boodschap van verlossing in een moeilijke onzekere tijd. (1p)
2 Christenen kwamen op voor elkaar, er was sociale zorg. (1p)
3 Ook slaven, vrouwen en arme mensen telden mee. Voor God was iedereen gelijk. En dat sprak achtergestelden aan. (1p) (Bij dit onderdeel zijn twee voorbeelden voldoende voor de 2p)

Slide 23 - Diapositive

Lesdoelen check

  • Je kunt aangeven waarin het jodendom en christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid
  • Je kunt de groei van het christendom beschrijven en verklaren
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van het besluit om christendom tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk te maken

Slide 24 - Diapositive

Leg uit wat je nog begrijpt uit par 2.3

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Opdracht 
Lezen: Par. 3.1 (Blz. 48 t/m 51)

Maken: Par. 3.1, vr. 1, 2, 4, 6 en 9 (blz. 51 en 52)

Of, 

Vragen stellen over de opdrachten die je nog niet begrijpt

Slide 31 - Diapositive